Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaart het beroep gegrond;
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Georgische nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen het besluit van 16 augustus 2022, waarbij hem een vertrektermijn was onthouden en een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd. Eiser stelde dat hij eerder aan de verplichting om Nederland te verlaten had voldaan, omdat hij teruggekeerd was naar Georgië. Tevens voerde hij aan dat het inreisverbod ten onrechte was opgelegd, aangezien de ongewenstverklaring nog steeds van kracht was.
De rechtbank heeft op 31 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de ongewenstverklaring van 23 november 2004 nog steeds geldig was, en dat het inreisverbod daarom vernietigd diende te worden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit wat betreft het inreisverbod, terwijl het besluit voor het overige in stand werd gelaten. De uitspraak werd gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier, en werd openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.