ECLI:NL:RVS:2023:3830
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de vreemdeling werd opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem werd uitgevaardigd. Het besluit dateert van 16 augustus 2022. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft op 5 september 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het inreisverbod vernietigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het beroep van de vreemdeling samenhangt met zijn beroep in de bewaringszaak. De rechtsbijstand werd verleend door dezelfde advocaat en de zaken zijn gelijktijdig behandeld. De rechtbank had al proceskostenvergoeding toegekend in de bewaringszaak, waardoor zij dat in deze procedure terecht niet heeft gedaan.
Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. den Heyer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Buntjer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 oktober 2023.