AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing asielaanvraag op grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag met betrekking tot betrokkenheid bij ernstige misdrijven
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 augustus 2022, is de asielaanvraag van eiser, een Gambiaanse nationaliteit, afgewezen. Eiser had op 22 juli 2020 asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P. van Zijl, en een tolk. Eiser werkte van 2014 tot 2016 voor de National Intelligence Agency (NIA) in Gambia en vreesde bij terugkeer te worden mishandeld of vermoord door slachtoffers van de NIA. De staatssecretaris concludeerde dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormde op basis van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, dat van toepassing is op personen die betrokken zijn bij ernstige misdrijven.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende bewijs had geleverd dat eiser wist of had moeten weten van de misdrijven gepleegd door de NIA, en dat hij persoonlijk had deelgenomen aan deze misdrijven. Eiser had aangevoerd dat hij als minderjarige niet op de hoogte was van de misdrijven, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank concludeerde dat eiser niet in aanmerking kwam voor bescherming onder het Vluchtelingenverdrag en dat de staatssecretaris terecht een inreisverbod voor tien jaar had opgelegd. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Gambia een reëel risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de ernst van de misdrijven en de persoonlijke betrokkenheid van eiser.
Voetnoten
1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder j, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Het aanmeldgehoor van 17 november 2020.
3.Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 (Trb. 1954, 88), zoals gewijzigd bij Protocol van New York van 31 januari 1967 (Trb. 1967, 76).
4.Op grond van artikel 3.107 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: Vb).
5.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
6.Forensisch Medische Maatschappij Utrecht.
7.Verslag nader gehoor 17 november 2020, pagina 7 van 17.
8.Verslag nader gehoor 17 november 2020, pagina 7 van 17.
9.Verslag nader gehoor 17 november 2020, pagina 8 van 17.
10.Posttraumatische stressstoornis.
11.Pagina 10 van het verslag van het nader gehoor.
12.Idem, pagina 11.
13.Pagina 7 van het verslag van het nader gehoor.
14.Verslag nader gehoor pagina 10 van 17.
15.Verslag nader gehoor pagina 12 van 17.
16.Pagina 10 van het verslag van het nader gehoor.
17.Idem, pagina 11.
18.Voornemen 17 november 2020 pagina 9 van 17.
19.Pagina 10 van het verslag van het nader gehoor.
20.Idem, pagina 11.
22.Richtlijn 2008/115/EG.
23.Hof van Justitie van de Europese Unie, 11 juni 2015 (
24.Hof van Justitie van de Europese Unie.
25.ECLI:EU:C:2018:296.