ECLI:NL:RBDHA:2022:8290

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
18 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/606028 / HA ZA 21-75
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in aannemingsovereenkomst met Kera-Design B.V. en LM Holding B.V.

In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tegen een verstekvonnis dat eerder is gewezen in een geschil tussen [eisers] en Kera-Design B.V. en LM Holding B.V. De rechtbank heeft op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in de bodemzaak, waarin [eisers] vorderingen hebben ingesteld wegens tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat Kera-Design tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door een te zware dekvloer aan te brengen, wat heeft geleid tot een onbruikbare situatie in de woning van [eisers]. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aannemingsovereenkomst op 1 september 2020 rechtsgeldig is ontbonden en heeft Kera-Design veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan [eisers]. De rechtbank heeft ook de expertisekosten toegewezen en de proceskosten van de verstekprocedure en de verzetprocedure vergoed. LM Holding is niet aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat de rechtbank geen misbruik van identiteitsverschil heeft vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/606028 / HA ZA 21-75
Vonnis in verzet van 13 juli 2022
in de zaak van

1.[eiser 1], te [plaats],

2.
[eiser 2], te [plaats],
eisers,
gedaagden in het verzet,
advocaat: mr. F.A.J.H. de Lugt te Amsterdam,
tegen

1.KERA-DESIGN B.V., te Nieuwkoop,

2.
LM HOLDING B.V., te Nieuwkoop,
gedaagden,
eisers in het verzet,
advocaat: voorheen mr. T.J. Roest Crollius (onttrokken).
Partijen worden hierna [eisers] en Kera-Design c.s. genoemd. Gedaagden worden respectievelijk Kera-Design en LM Holding genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het procesdossier bestaat uit:
  • de dagvaarding van 14 september 2020 zijdens [eisers], met producties 1 tot en met 14;
  • het door deze rechtbank op 28 oktober 2020 tussen [eisers] en Kera-Design c.s. bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer C/09/599872 / HA ZA 20-926;
  • de verzetdagvaarding van 4 december 2020 zijdens Kera-Design c.s., met producties 1 tot en met 7;
  • het tussenvonnis van 18 augustus 2021;
  • het proces-verbaal van de regiezitting van 21 september 2021;
  • het tussenvonnis van 29 december 2021;
  • de brief van 7 januari 2022 zijdens [eisers], met producties 15 tot en met 21;
  • de akte houdende toelichting overgelegde producties van 19 januari 2022 zijdens [eisers];
  • de nadere conclusie van 16 maart 2022 zijdens [eisers]
1.2.
Op de rolzitting van 22 december 2021 heeft mr. T.J. Roest Crollius zich als advocaat van Kera-Design c.s. aan de zaak onttrokken. De zaak is vervolgens op grond van artikel 6.2 van het Landelijk procesreglement civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken (LPR) naar de rolzitting van 19 januari 2022 verwezen voor het stellen van een nieuwe advocaat. Omdat zich op die rolzitting geen advocaat voor Kera-Design c.s. heeft gesteld, is de zaak op grond van artikel 6.4 LPR verwezen naar de rolzitting van 2 februari 2022 voor partijberaad in de zin van artikel 2.14 LPR. Op die rolzitting hebben [eisers] de rechtbank verzocht hen toe te staan een nadere conclusie te nemen en vervolgens vonnis te wijzen. In lijn hiermee heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de rol van 16 maart 2022 voor deze nadere conclusie. Op deze laatste roldatum heeft de rechtbank vervolgens besloten dat vonnis zal worden gewezen en een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Kera-Design houdt zich bezig met de verkoop en plaatsing van onder meer tegels. Enig aandeelhouder en bestuurder van Kera-Design is LM Holding. Enig bestuurder en aandeelhouder van LM Holding is mevrouw [naam 1] (hierna: mevrouw [naam 1]).
2.2.
Ten behoeve van de verbouwing van hun woning te [plaats], hebben [eisers] Kera-Design ingeschakeld voor het aanleggen van een vloer met vloerverwarming en het renoveren van de badkamer en het toilet. Ook hebben zij bij Kera-Design hiervoor verschillende materialen gekocht. In dit kader heeft Kera-Design de volgende opdrachtbevestigingen verstuurd:
een opdrachtbevestiging van 27 juli 2019 voor een bedrag van € 7.325,66 met de beschrijving: “
Aanschaf van de tegels en het materiaal t.b.v. de woonvloer
een opdrachtbevestiging van 5 september 2019 voor een bedrag van € 6.949,23 met de beschrijving: “
Egaliseren van de vloer en aanbrengen van de vloerverwarming (woonkamer, keuken, hal en toilet). Dit is excl. het verwijderen van de huidige vloer. Na het verwijderen van de huidige vloer wordt de huidige dekvloer beoordeeld. De daadwerkelijke laagdikte voor het egaliseren van de vloer wordt tijdens de uitvoering bepaald.”
een opdrachtbevestiging van 5 september 2019 voor een bedrag van € 6.994,27 met de beschrijving: “
Aanschaf van de tegels en het sanitair t.b.v. de toilet en badkamer.
een opdrachtbevestiging van 5 september 2019 voor een bedrag van € 7.404,43 met de beschrijving: “
Renoveren van de badkamer. Dit is excl. sloopwerkzaamheden, installatiewerkzaamheden, plaatsen van wand, plaatsen van inbouwreservoir en gipsplafond. De ventilatie wordt tijdens de renovatie beoordeeld.
en opdrachtbevestiging van 5 september 2019 voor een bedrag van € 2.288,82 met de beschrijving: “
Renoveren van de toilet (begane grond). Dit is excl. sloopwerkzaamheden, installatiewerkzaamheden, plaatsen van inbouwreservoir en gipsplafond.”
2.3.
Tijdens een voorinspectie van de vloer door Kera-Design zijn enkele scheuren ontdekt in de cementdekvloer en is er hoogteverloop geconstateerd. Een en ander heeft erin geresulteerd dat partijen in onderling overleg de opdrachtbevestiging zoals genoemd onder b hebben gewijzigd, resulterend in een herziende opdrachtbevestiging van 4 november 2019 voor een bedrag van € 8.595,07 met de beschrijving: “
Aanbrengen van de cementdekvloer en vloerverwarming (woonkamer, keuken, hal en toilet). Dit is excl. het verwijderen van de huidige vloer.” Hierin is onder andere 650 meter aan vloerverwarmingsbuizen in rekening gebracht. In aanvulling hierop zijn partijen nog meerwerk overeengekomen, zoals opgenomen in een opdrachtbevestiging van 9 december 2019 voor een bedrag van
€ 2.339,66 met de beschrijving: “
Egaliseren van de woonvloer conform het technisch advies van Schluter Systems.
2.4.
Uiteindelijk is, voor zover niet in geschil, voor een totaalbedrag van € 35.146,38 aan opdrachten verstrekt. Kera-Design heeft in totaal een bedrag van € 30.630,84 in rekening gebracht, waaronder een bedrag van € 1.588,25 in verband met de vloerverwarming. [eisers] hebben het gehele bedrag van € 30.630,84 voldaan.
2.5.
In december 2019 is Kera-Design gestart met de werkzaamheden aan de woonvloer, te beginnen met de aanleg van de vloerverwarming. Op 30 december 2019 hebben [eisers] geconstateerd dat de afstand tussen de nieuw aan te leggen verwarmingsbuizen en de tot dan toe al aangelegde vloerverwarmingsbuizen 20 centimeter betrof. De volgende dag hebben [eisers] mondeling bij Kera-Design aangegeven dat een afstand van tien centimeter moest worden gehanteerd. In dit kader heeft Kera-Design op 1 januari 2021 [eisers] het volgende gemaild, voor zover relevant:

Tijdens uw bezoek heeft u aangegeven dat de extra warmte afgifte en warmte comfort erg belangrijk zijn voor jullie waardoor jullie bij nader inzien waarschijnlijk wilde kiezen voor een herziende optie namelijk het aanbrengen van de vloerverwarming bij iedere nop op de Schlüter Systems Bekotec platen afwijkend van het standaard legpatroon conform de productie databladen van Schlüter Systems zoals gisteren in de Showroom besproken.
[…]
Zouden jullie ons voor morgenochtend jullie definitieve keuze voor het aanbrengen van de vloerverwarming in iedere nop of zoals bij het eerste gedeelte bij iedere 2 noppen (standaard legpatroon) kunnen doorgeven?
2.6.
[eisers] hebben hier dezelfde dag als volgt op gereageerd, voor zover relevant:

Hierbij bevestig ik dat we de hele begane grond (excl. het gedeelte waar de keuken op komt) met vloerverwarmingsslang om iedere nop aangelegd willen hebben.
2.7.
Op 13 januari 2020 hebben [eisers] (bij monde van hun dochter) Kera-Design als volgt bericht over de aanleg van vloerverwarming in de badkamer en het toilet, voor zover relevant:

Ik was afgelopen vrijdag op de Dreef maar tot verbazing ligt er geen vloerverwarmingsslang op de Becotec platen in de gang en het toilet.Uit navraag bij mijn vader blijkt dat dit woensdag jl. ter plekke is besproken.
Echter, voortschrijdend inzicht en advies van derden heeft ons doen besluiten terug te komen op de woensdag gemaakte keuze en gewoon vloerverwarming in de gang en het toilet gelegd te willen hebben zoals in de opdrachtbevestiging nr 21921129 is overeengekomen.
[…]
Graag vernemen wij van jullie:

De meerkosten van een 7-groeps vloerverwarmingsverdeler en wanneer deze geleverd kan worden
2.8.
Kera-Design heeft hier dezelfde dag als volgt op gereageerd, voor zover relevant:

Afgelopen week zijn wij inderdaad overeengekomen dat de gang en toilet niet voorzien dient te worden van vloerverwarming.
Verder is het mogelijk om dit alsnog aan te brengen. Nu is het prijstechnisch gunstiger om een vloerverwarmingsverdeler met 8-groeps aan te schaffen als een vloerverwarmingsverdeler met 7 groepen.
De aanschaf voor de vloerverwarmingsverdeler met 8 groeps bedraagt € 507,15 excl. BTW. Zouden jullie kunnen aangeven of jullie voorkeur uit gaat naar een vloerverwarmingsverdeler met 7 of 8 groeps? Zouden jullie dit vandaag kunnen doorgeven zodat ik deze alvast kan bestellen? Naast de aanschaf van de vloerverwarmingsverdeler zullen er ook 2 extra setjes koppelingen per groep gebruikt worden.
[…]
Zouden jullie mij alvast zo snel mogelijk kunnen doorgeven of de aanschaf van de vloerverwarmingsverdeler met pomp en koppelingen akkoord is?
2.9.
Vervolgens hebben [eisers] (bij monde van hun dochter) dezelfde dag als volgt ingestemd met de aanschaf van bedoelde 7-groepsvloerverwarmingsverdeler, voor zover relevant:

Bij deze akkoord van mijn vader voor het bestellen van een 7-groeps met alle benodigde koppelingen.
2.10.
Op 23 januari 2020 is over de verwarmingsbuizen een zandcementdekvloer gestort (hierna: de dekvloer). Na het vereiste drogen van de dekvloer, heeft Kera-Design op 17 februari 2021 in de vloer een scheur ontdekt ter hoogte van de achterdeur. Zij heeft hierover overleg gezocht met [eisers], die vervolgens de heer [naam 2] van het project- en adviesbureau ‘Kijk op Bouwen’ (hierna: de deskundige) hebben ingeschakeld om de tot dan toe verrichte werkzaamheden deskundig te beoordelen. De werkzaamheden zijn vervolgens stil komen te liggen.
2.11.
Op 3 april 2020 heeft de deskundige een rapportage uitgebracht (hierna: het rapport). Hierin is het volgende bepaald, voor zover relevant:

Gewicht nieuw vloerpakket
Ten aanzien van onze zorgen of de bestaande vloerconstructie draagkrachtig genoeg is voor het nieuwe vloerpakket is dit gecontroleerd door een constructeur. In de notitie van de constructeur (zie bijlage) worden de bevindingen omschreven voor het toepassen van het extra vloerpakket over de bestaande vloerconstructie. Door de plaatsing van het extra vloerpakket zou er geen direct gevaar ontstaan omtrent de constructieve veiligheid maar voldoet de vloer niet aan de eisen die het Bouwbesluit stelt aan een verblijfsruimte. De kans op scheurvorming in de wanden door doorbuiging van de vloerconstructie is aanzienlijk. Door het restant van 39 kg/m2 aan toelaatbare veranderlijke belasting is het plaatsen van zware inrichting zoals boekenkasten, een piano of aquaria niet meer mogelijk. Daarnaast dient er altijd rekening gehouden te worden dat er geen grote hoeveelheid aan mensen in de woning aanwezig kan zijn. De toelaatbare veranderlijke belasting is dusdanig verminderd dat hier rekening mee gehouden dient te worden bij de nieuwe inrichting van de woning. Door de beperkingen wordt het wooncomfort aanzienlijk verminderd. Wij adviseren dan ook om de nieuwe vloer te vervangen voor een vloerpakket met een lager eigen gewicht waardoor er minder belasting op de bestaande constructie ontstaat.
[…]
3. Herstelkosten (indicatie)
Werkomschrijving:
Het leveren en aanbrengen van een droogbouw systeem vloerverwarming of het leveren en aanbrengen van een nat systeem vloerverwarming. Bij beide nieuwe systemen dient het reeds aangebrachte vloerpakket en de bestaande cementdekvloer verwijdend te worden. Over de genoemde systemen kunnen de vloertegels aangebracht worden, de kosten voor het leveren en aanbrengen van de vloertegels is niet meegenomen in de richtprijs, mede omdat deze werkzaamheden tot op heden nog niet uitgevoerd zijn.
Geschatte kosten voor bovenstaande systemen zou tussen de € 10.000,- en € 15.000.- exclusief BTW bedragen.
2.12.
De deskundige heeft zich voor wat betreft het gewicht van de vloer gebaseerd op bevindingen van de constructeur de heer [naam 3] van Van der Linden Constructie Advies (hierna: de constructeur), zoals opgenomen in een brief van de constructeur aan [eisers] van 25 maart 2020.
2.13.
Per brief van 10 april 2020 heeft mr. Overweel namens [eisers] Kera-Design met verwijzing naar het rapport in gebreke gesteld en verzocht om een herstelplan. Bij e-mail van 30 april 2020 heeft Kera-Design zich met een inhoudelijke reactie verzet tegen de verwijten van [eisers] en aangegeven in afwachting te zijn van [eisers] tot het verder oppakken van de werkzaamheden.
2.14.
Op 10 juni 2020 hebben [eisers] Kera-Design opnieuw per brief bericht en een voorstel tot overleg gedaan, ditmaal bij monde van hun toenmalige advocaat mr. Kesting. Ondanks haar toezegging bij e-mail van dezelfde dag om binnen 14 dagen te reageren, is een inhoudelijke reactie van Kera-Design uitgebleven.
2.15.
[eisers] hebben eind augustus conservatoir beslag laten leggen op onder meer bankrekeningen van Kera-Design.
2.16.
Per e-mail van 1 september 2020 hebben [eisers] bij monde van hun advocaat Kera-Design bericht de tussen partijen gesloten aanneemovereenkomst(en) te ontbinden en Kera-Design aansprakelijk te houden voor de geleden en te lijden schade. Ten aanzien van de renovatie van de badkamer en toilet waren er door Kera-Design in het geheel nog geen werkzaamheden verricht. Op 5 september 2020 hebben [eisers] zelf de dekvloer laten verwijderen.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] hebben in de verstekprocedure – samengevat – gevorderd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat de rechtbank:
I. voor recht verklaart dat de aanneemovereenkomst tussen partijen op 1 september 2020 buitengerechtelijk is ontbonden, althans de aanneemovereenkomst ontbindt;
II. Kera-Design, althans LM Holding, veroordeelt tot betaling binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis aan [eisers] van € 75.500,32 aan schadevergoeding of (herstel)kosten dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen of te verminderen met de werkelijke schade c.q. (verwijderings-, herstel- en afbouw)kosten dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2020, althans de zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure;
III. Kera-Design, althans LM Holding, veroordeelt tot betaling binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis aan [eisers] van € 2.467,75 aan expertisekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2020;
IV. Kera-Design c.s. veroordeelt in de proceskosten van de procedure (inclusief nakosten en beslagskosten), te voldoen binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis.
3.2.
Aan deze vorderingen hebben [eisers] ten grondslag gelegd dat Kera-Design onterecht meerwerk in rekening heeft gebracht en de overeengekomen werkzaamheden niet of ondeugdelijk heeft uitgevoerd, zodat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. Als gevolg hiervan hebben [eisers] de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk ontbonden. Naast Kera-Design is volgens [eisers] ook LM Holding aansprakelijk voor de door hen geleden schade, nu de gedragingen van Kera-Design aan LM Holding moeten worden toegerekend op grond van misbruik van identiteitsverschil en/of vereenzelviging. Gelet op deze aangevoerde grondslag voor de aansprakelijkheid van LM Holding begrijpt de rechtbank de vorderingen onder II tot en met IV zo dat bedoeld is om zowel Kera-Design als LM Holding daartoe hoofdelijk te veroordelen.
3.3.
In het verstekvonnis zijn de vorderingen van [eisers] toegewezen behoudens de gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring ten aanzien van de gevorderde verklaring voor recht als bedoeld onder I. Voorts zijn Kera-Design c.s. veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 3.489,89 en op € 157,- aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 82,- in geval van betekening.
3.4.
Kera-Design c.s. vorderen in het verzet ontheffing van de tegen hen uitgesproken veroordelingen en niet ontvankelijk verklaring van [eisers] in hun vorderingen, althans afwijzing van de vorderingen van [eisers], met veroordeling van [eisers] in de proceskosten van zowel de verstekprocedure als onderhavige verzetprocedure.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Tijdig verzet ingesteld?

4.1.
Allereerst rijst de vraag of Kera-Design c.s. in hun verzet kunnen worden ontvangen. In artikel 143 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) is kort gezegd bepaald dat het verzet moet worden gedaan bij exploot van dagvaarding binnen vier weken na de betekening van het vonnis aan de veroordeelde in persoon, of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is.
4.2.
Vast staat dat het verstekvonnis niet aan Kera-Design c.s. in persoon is betekend. Kera-Design c.s. hebben bij dagvaarding van 4 december 2020 verzet tegen het verstekvonnis ingesteld, zodat beoordeeld moet worden of zij vóór 6 november 2020 een daad hebben gepleegd waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis hen bekend is. Volgens [eisers] is dit het geval, nu Kera-Design c.s. in de periode omstreeks de betekening van het verstekvonnis op 30 oktober 2020 actief was door berichten op Facebook te plaatsen en in een andere procedure ten overstaande van deze rechtbank proceshandelingen te verrichten. De rechtbank begrijpt uit de overlegde stukken dat het hierbij gaat om het uitstelverzoek dat de advocaat van Kera-Design c.s. op 4 november 2020 heeft ingediend. Uit deze omstandigheden zou volgen dat de gang van zaken zoals geschetst door Kera-Design c.s., namelijk dat mevrouw [naam 1] gelet op de ziekenhuisopnames van de heer [naam 4] en hun dochter het verstekvonnis niet had gezien, niet kan kloppen. Tot slot zou het niet van belang zijn of de heer [naam 4] en mevrouw [naam 1] al dan niet aanwezig waren op het adres van betekening, nu het verstekvonnis is gewezen tegen Kera-Design c.s.
4.3.
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat pas sprake is van een daad van bekendheid als bedoeld in artikel 143 lid 2 Rv indien de veroordeelde zelf een tegenover een derde kenbare gedraging heeft verricht waaruit ondubbelzinnig valt op te maken dat hij over voldoende gegevens met betrekking tot (de inhoud van) zijn veroordeling beschikte om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten (vgl. o.a. HR 23 september 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4071 en HR 9 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ0652).
4.4.
Uit hetgeen [eisers] hebben aangevoerd volgt niet dat Kera-Design c.s. zelf een gedraging hebben verricht waaruit ondubbelzinnig valt op te maken dat zij over voldoende gegevens met betrekking tot (de inhoud van) hun veroordeling beschikten. Dat Kera-Design online actief is geweest en een advocaat namens Kera-Design c.s. in een andere zaak een uitstelverzoek heeft ingediend, levert immers geen daad van Kera-Design c.s. op waaruit ondubbelzinnig de bekendheid met de strekking en de hoofdinhoud van het vonnis volgt. Zelfs al zouden de heer [naam 4] en mevrouw [naam 1] ondanks de gestelde ziekenhuisopnames in de gelegenheid zijn geweest het verstekvonnis te raadplegen, is aldus onvoldoende gesteld of gebleken dat er door Kera-Design c.s. een dergelijke onmiskenbare daad van bekendheid is verricht.
4.5.
[eisers] hebben tot slot ook nog verwezen naar de derdenverklaringen die de ABN AMRO Bank op 23 september 2020 aan [eisers] heeft verstuurd. Volgens [eisers] volgt uit deze verklaringen dat Kera-Design c.s. bekend waren met de executie omdat zij door de bank moeten zijn ingelicht “
over de relevante aangelegenheden welke verband houden met de naar aanleiding van het gelegde conservatoire beslag door [eisers] te nemen rechtshandelingen.” Ook dit houdt echter geen daad van bekendheid in als hiervoor bedoeld. De rechtbank merkt nog op dat het zonder nadere toelichting ook niet duidelijk is waarom Kera-Design c.s. als gevolg van de conservatoire beslagen bij de bank eerder dan 6 november 2020 op de hoogte zou zijn geraakt van het verstekvonnis.
4.6.
Het verzet is aldus tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat Kera-Design c.s. in zoverre in hun verzet kunnen worden ontvangen.
Meerwerk overeengekomen?
4.7.
Tussen partijen is niet in geschil dat zij een aannemingsovereenkomst hebben gesloten conform de hiervoor genoemde offertes (zie 2.2 en 2.3). Een van de verwijten van [eisers] is dat Kera-Design nog extra bedragen in rekening heeft gebracht voor werkzaamheden dan wel materialen die reeds deel uitmaakten van bedoelde offertes. Van meerwerk, zoals gesteld door Kera-Design c.s., zou dus geen sprake zijn geweest. Naar de rechtbank begrijpt, stellen [eisers] zich aldus op het standpunt dat zij deze bedragen onverschuldigd hebben betaald in de zin van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dat van tenuitvoerlegging van het verstekvonnis sprake is en de verzettermijn op grond van artikel 143 lid 3 Rv eerder is aangevangen, is gesteld noch gebleken.
4.8.
[eisers] vorderen in dit kader een bedrag van € 1.588,25. [eisers] hebben een overzicht overgelegd van de kosten die aan dit bedrag ten grondslag liggen. Hieruit begrijpt de rechtbank dat dit verwijt ziet op zowel de meerkosten voor het aanpassen van de afstand tussen de verwarmingsbuizen van twintig naar tien centimeter als het aanleggen van de vloerverwarming in de gang en toilet, inclusief de 7-groepsvloerverwarmingsverdeler.
4.9.
De rechtbank oordeelt als volgt met betrekking tot de werkzaamheden inhoudende het aanpassen van de afstand tussen de verwarmingsbuizen. In het midden kan blijven of het al dan niet noodzakelijk was dat de buizen in de woonvloer op een afstand van tien centimeter hadden moeten gelegd om als hoofdverwarming te fungeren en wat de instructies waren van de leverancier waren in dit kader. Zoals [eisers] onweersproken hebben gesteld, is in de offerte een buislengte opgenomen die feitelijk neerkomt op een gehanteerde afstand van tien centimeter. Gesteld noch gebleken is dat [eisers] desondanks moesten begrijpen dat een grotere buisafstand zou worden gehanteerd, met een lagere warmtecapaciteit tot gevolg en dat een kortere afstand tot meerwerkkosten zou leiden. Hierbij is van belang dat gesteld noch gebleken is dat de leginstructies van de leverancier voorafgaande aan het sluiten van de aannemingsovereenkomst door Kera-Design met [eisers] zijn gedeeld.
4.10.
Voor wat betreft de aanleg van de vloerverwarming in de gang en het toilet oordeelt de rechtbank anders. Naar de rechtbank begrijpt, stellen Kera-Design c.s. zich op het standpunt dat [eisers] oorspronkelijk hadden gekozen voor een 6-groepsvloerverwarmingsverdeler, dus zonder vloerverwarming in de gang en het toilet. Dit blijkt ook uit de desbetreffende offerte, waarin deze pomp is opgenomen. Uit de e-mailcorrespondentie waar Kera-Design c.s. naar verwijzen, blijkt daarnaast dat partijen ten tijde van het aanleggen van de vloerverwarming in de woonkamer tevens overleg hebben gevoerd over de aanleg van vloerverwarming in de gang en het toilet, waarop [eisers] uiteindelijk hebben besloten ook hier vloerverwarming te wensen. [eisers] en Kera-Design bespreken vervolgens de aanschaf van een 7-groepsvloerverwarmingsverdeler, waarbij [eisers] zelf vragen om de meerkosten van deze pomp en – na de prijsopgaaf van Kera-Design te hebben ontvangen – daarop hun akkoord geven. In het licht van deze omstandigheden hebben [eisers] onvoldoende onderbouwd dat de kosten voor de aanleg van de vloerverwarming in de gang en het toilet eveneens deel uitmaakten van voornoemde offerte. De korte omschrijving op de offerte “
Aanbrengen van de cementdekvloer en vloerverwarming (woonkamer, keuken, hal en toilet)” is daartoe onvoldoende. Anders dan [eisers] stellen, zijn de meerkosten voor de pomp blijkens voornoemde correspondentie bovendien uitdrukkelijk vooraf aan hen voorgelegd, zodat voldoende duidelijk was dat er aanvullende kosten zouden worden gemaakt die voor hun rekening zouden komen. Voor zover [eisers] zich op het standpunt stellen dat Kera-Design hen niet op de kostenverhoging heeft gewezen als bedoeld in artikel 7:755 BW, wordt dit verweer dus verworpen.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank tot het oordeel komt dat [eisers] de in rekening gebrachte bedragen voor het hanteren van de kleinere buisafstand onverschuldigd heeft betaald, maar dit geldt niet voor de aanleg van de vloerverwarming in de gang en het toilet. [eisers] hebben in voornoemd kostenoverzicht, dat dus ziet op beide onderdelen, de volgende kosten opgenomen: i) “
Schluter Bekotec dekvloernoppenplaat” ad € 76,48, ii) “
Uponor vloerverwarmingsbuis 16x2mm” ad € 139,15, iii) “
Clips vloerverwarmingsbuis” ad € 16,90, iv) “
Vloerverwarmingsverdeler - pomp 7 groeps” ad € 613,65, v) “
verwijderen vloerverwarming per 2 noppen, aanbreng […]” ad € 532,40 en vi) “
aanbrengen vloerverwarming gang + toilet” ad € 193,60. Bij gebreke van een nadere toelichting kan de rechtbank enkel ten aanzien van de post genoemd onder v vaststellen dat deze kosten redelijkerwijs enkel betrekking kunnen hebben op het verkleinen van de legafstand. De rechtbank zal op daarom in dit verband een bedrag toewijzen van € 440,00. Voor zover [eisers] menen dat ook andere posten tot deze werkzaamheden behoren, hebben zij dit onvoldoende onderbouwd.
Tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst?
4.12.
Verder stellen [eisers] zich op het standpunt dat Kera-Design is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst. Naar de rechtbank begrijpt, verwijten [eisers] Kera-Design in de kern een te zware dekvloer te hebben gestort. Voor zover [eisers] meer verwijten aan hun vorderingen ten grondslag hebben willen leggen, bijvoorbeeld met betrekking tot het vervallen van garanties van de leverancier van de vloerverwarming en de gehanteerde werkvolgorde, geldt dat zij onvoldoende hebben gesteld dat deze verwijten een gebrekkige nakoming van de aannemingsovereenkomst inhouden, althans deze tot de door hun geleden schade hebben geleid, zodat de rechtbank deze onbesproken zal laten.
4.13.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de aanleg van de woonvloer deel uitmaakte van de aannemingsovereenkomst. Volgens [eisers] is de door Kera-Design aangebrachte dekvloer te zwaar voor de constructie van het huis, met als gevolg dat het huis met behoud van de dekvloer onleefbaar zou zijn geweest. Zij verwijzen hierbij naar de bevindingen van de constructeur, die heeft geconstateerd dat de toelaatbare belasting van de vloer dusdanig is verminderd, dat daarmee rekening zou moeten worden gehouden bij de inrichting van de woning. Zo zouden geen boekenkasten, piano of aquaria kunnen worden geplaatst. Bovendien zouden en geen grote hoeveelheden mensen in de woning aanwezig kunnen zijn. De constructeur, daarbij gevolgd door de deskundige, heeft daarom geadviseerd de dekvloer te vervangen.
4.14.
In reactie hierop hebben Kera-Design c.s. zich zonder enige onderbouwing de conclusie van de deskundige dat de vloer een te hoog gewicht heeft en daardoor geheel vervangen moet worden betwist. De rechtbank passeert deze betwisting als onvoldoende onderbouwd. Aldus staat vast dat de dekvloer een te hoog gewicht had voor een zwaardere belasting zoals hiervoor bedoeld. Met [eisers] is de rechtbank van oordeel dat dit betekent dat sprake is van een gebrekkige vloer, nu een dergelijke belasting voor een woonvloer gebruikelijk is. Gesteld noch gebleken is dat partijen anders zijn overeengekomen of dat [eisers] hadden moeten begrijpen dat de woonvloer die zou worden aangelegd slechts een beperkte belasting aan zou kunnen. Aldus is op dit punt sprake van een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
Verzuim ingetreden?
4.15.
Kera-Design c.s. hebben niet betwist dat [eisers] Kera-Design bij brief van 10 april 2020 in gebreke hebben gesteld en dat Kera-Design vervolgens niet tot herstel is overgegaan, zodat Kera-Design in verzuim is komen te verkeren.
4.16.
Kera-Design c.s. hebben zich nog op het standpunt gesteld dat Kera-Design ondanks haar aandringen niet in de gelegenheid is gesteld om het werk af te maken. Voor zover zij hiermee bedoelen dat [eisers] de aannemingsovereenkomst niet hebben kunnen ontbinden omdat [eisers] in schuldeisersverzuim zijn komen te verkeren als bedoeld in artikel 6:58 BW of Kera-Design haar verzuim heeft gezuiverd als bedoeld in artikel 6:86 BW, kunnen deze verweren niet slagen. Gesteld noch gebleken is dat Kera-Design zich bereid heeft getoond de dekvloer te herstellen. Tegen de achtergrond van het gebrek aan de dekvloer, valt zonder nadere toelichting bovendien niet in te zien dat Kera-Design met de gestelde bereidheid tot het aanvangen met de werkzaamheden aan de badkamer en het toilet, een voldoende aanbod tot nakoming heeft gedaan van de op haar rustende verbintenissen.
Ontbinding?
4.17.
Kera-Design c.s. hebben niet betwist dat [eisers] Kera-Design bij brief van 1 september 2020 schriftelijk hebben verklaard de aannemingsovereenkomst te ontbinden. Gelet op het voorgaande, hebben [eisers] de aannemingsovereenkomst op grond van artikel 6:267 BW aldus rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden. De rechtbank acht de gevorderde verklaring voor recht dat de aannemingsovereenkomst op 1 september 2020 buitengerechtelijk is ontbonden, daarom toewijsbaar.
4.18.
[eisers] hebben onweersproken gesteld dat zij ten tijde van de ontbinding reeds bedragen hadden aanbetaald voor werkzaamheden en materialen die door Kera-Design niet zijn verricht respectievelijk geleverd. Naar de rechtbank begrijpt, vorderen [eisers] naast de schade die zij stellen te hebben geleden, eveneens terugbetaling van deze bedragen. De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Op grond van artikel 6:271 BW is als gevolg van de ontbinding een verbintenis tot ongedaanmaking ontstaan die ertoe leidt dat de door [eisers] gedane aanbetalingen door Kera-Design c.s. moeten worden terugbetaald. In de dagvaarding noemen [eisers] in dit kader een bedrag van € 14.957,34 aan “
Niet uitgevoerde werkzaamheden aan de badkamer en toilet”. De rechtbank begrijpt dat het hierbij gaat om een bedrag van € 12.474,41 aan materialen en een bedrag van € 2.482,93 aan werkuren. Kera-Design hebben deze bedragen onbetwist gelaten, zodat de rechtbank het door [eisers] terug te betalen bedrag zal vaststellen op € 14.957,34. Voor zover [eisers] een hoger bedrag hadden willen vorderen aan niet geleverde materialen of verrichte werkzaamheden, hebben zij hier onvoldoende stelling over ingenomen.
4.19.
In het navolgende zal de rechtbank de door [eisers] gevorderde schadeposten behandelen.
Schade
4.20.
[eisers] vorderen een bedrag in hoofdsom van € 75.500,32 en expertisekosten van € 2.367,75. In de toelichting op de vordering in de dagvaarding worden de volgende schadeposten genoemd: i) “
herstelkosten ad EUR 18.150,00 inclusief BTW”, ii) “
expertisekosten ad EUR 2.467,75”, iii) “
aanschaf nieuw (niet geleverd) materiaal/goederen ad EUR 13.858,--”, iv) “
helft van de tot op heden betaalde woonlasten ad EUR 7.000,-- (€ 1.421,10 per maand)” en v) “
onbenodigd meerwerk ad EUR 1.588,66”. De rechtbank zal deze posten hierna separaat behandelen, met uitzondering van laatstgenoemde post zoals hiervoor reeds behandeld. Hierbij merkt de rechtbank reeds op dat het niet duidelijk is hoe [eisers] tot het bedrag van € 75.500,32 zijn gekomen, nu dit een aanmerkelijk hoger bedrag is dan een optelsom van voornoemde posten. Bij gebrek aan enige onderbouwing op dit punt, zal de rechtbank het meerdere afwijzen.
Herstelkosten
4.21.
[eisers] vorderen allereerst een bedrag van € 18.150,00 aan herstelkosten, gebaseerd op een raming van de deskundige. In het voorgaande heeft de rechtbank geoordeeld dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden. Op grond van artikel 6:277 BW hebben [eisers] recht op vergoeding van het positief contractsbelang. Op basis hiervan komen de herstelkosten van de woonvloer aldus voor vergoeding in aanmerking.
4.22.
In het rapport heeft de deskundige opgenomen dat het leveren en het aanbrengen van een zogenoemd droogbouw systeem vloerverwarming of een nat systeemvloervermwarming, neerkomt op een bedrag tussen de € 10.000 tot 15.000 euro exclusief btw (€ 18.150 inclusief btw), waarbij de kosten voor het leveren en aanbrengen van de vloertegels niet zijn meegerekend. Kera-Design c.s. hebben tegen deze kosten geen verweer gevoerd, zodat de rechtbank deze schadepost zal toewijzen.
Kosten deskundigen
4.23.
Daarnaast vorderen [eisers] bedrag aan “
kosten deskundige(n)” van € 2.467,75. Naar de rechtbank begrijpt is dit bedrag opgebouwd uit drie posten, te weten een bedrag van € 1.270,05 zoals voldaan aan de deskundige, een bedrag van € 272,25 zoals voldaan aan de constructeur en een bedrag van € 925,00 zoals voldaan aan BrandMr. Bij akte hebben [eisers] deze kosten onderbouwd met de desbetreffende facturen en bankrekeningafschriften.
4.24.
Voor zover het gaat om het bedrag van € 925,00 zoals voldaan aan BrandMr, begrijpt de rechtbank dat het hierbij gaat om de kosten die [eisers] hebben gemaakt ter verkrijging van betaling buiten rechte. Het gaat hier aldus om buitengerechtelijke incassokosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder c BW. [eisers] hebben echter niet voldoende gesteld welke werkzaamheden aan deze kosten ten grondslag liggen, zodat de rechtbank niet kan beoordelen of deze kosten als incassokosten voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank acht deze kosten daarom niet toewijsbaar.
4.25.
Voor wat betreft de kosten met betrekking tot het inschakelen van de deskundige en constructeur geldt dat deze kunnen worden beschouwd als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder b BW. Kera-Design c.s. hebben zich tegen deze kosten verweerd met de stelling dat zij geen opdracht hebben gegeven voor het inschakelen van deskundigen en het werk daartoe geen aanleiding gaf. De rechtbank gaat hier niet in mee. Deze kosten waren redelijkerwijs noodzakelijk voor het vaststellen van het gebrek aan de dekvloer en, zoals ook niet door Kera-Design c.s. betwist, naar hun omvang redelijk. Deze kosten ten belope van € 1.542,30 (€ 1.270,05 + € 272,25) zijn dus wel toewijsbaar.
Aanschaf nieuw (niet geleverd) materiaal/goederen
4.26.
In hun opsomming van de schadeposten noemen [eisers] verder een bedrag van € 13.858,00 met de beschrijving “
aanschaf nieuw (niet geleverd) materiaal/goederen”, terwijl zij in de beschrijving van de schade enkel de bedragen uiteenzetten met betrekking tot “
Niet uitgevoerde werkzaamheden aan de badkamer en toilet”. Over deze laatste post heeft de rechtbank hiervoor reeds geoordeeld. Mochten [eisers] hebben bedoeld hier bovenop nog een bedrag te vorderen van € 13.858,00 aan nieuw aan te schaffen materialen, dan geldt dat zij deze schade onvoldoende hebben onderbouwd.
Woonlasten
4.27.
Tot slot vorderen [eisers] een bedrag van € 7.000,00 aan woonlasten. Naar de rechtbank begrijpt gaat het om een vergoeding van de woonlasten die zij stellen te hebben gehad omdat Kera-Design haar werk niet op tijd heeft opgeleverd. Naar de rechtbank begrijpt stellen [eisers] in dit kader dat zij langere tijd meerdere hypotheekleningen hebben gehad, die anders eerder zouden zijn afgelost. Ter onderbouwing hebben zij nadere bankafschriften en verzekerings- en hypotheekdocumentatie overgelegd met betrekking tot de periode vanaf maart 2020.
4.28.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben [eisers] ook deze kosten onvoldoende onderbouwd. [eisers] hebben weliswaar voornoemde stukken in het geding gebracht, maar voldoende duiding van deze stukken ontbreekt. Het had op de weg gelegen van [eisers] nader toe te lichten hoe zij tot het bedrag van – naar de rechtbank gemakshalve aanneemt – € 7.000 zijn gekomen en waarom dit kosten zijn die door Kera-Design c.s. moeten worden vergoed. Zo is het voor de rechtbank zonder nadere toelichting niet duidelijk waarom [eisers] hypotheekkosten vorderen vanaf maart 2020, temeer nu uit de stellingen en overgelegde correspondentie volgt dat ook [eisers] nog werkzaamheden aan de woning dienden te verrichten voordat Kera-Design haar werkzaamheden aan de badkamer kon voortzetten.
4.29.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dus een bedrag van € 18.150,00 aan herstelkosten en een bedrag van € 1.542,30 aan expertisekosten als schade toewijsbaar.
Aansprakelijkheid LM Holding?
4.30.
[eisers] stellen dat naast Kera-Design ook LM Holding aansprakelijk is voor de door hen geleden schade, nu de gedragingen van Kera-Design aan LM Holding moeten worden toegerekend op grond van misbruik van identiteitsverschil en/of vereenzelviging. Zij voeren hiertoe aan dat de heer [naam 4] en mevrouw [naam 1] met Kera-Design en LM Holding een schijnconstructie hebben opgezet met het kennelijke doel om toekomstig verhaal te frustreren. LM Holding zou misbruik hebben gemaakt van het feit dat Kera-Design slechts beperkt verhaal zal bieden, nu dit een vennootschap is met beperkte aansprakelijkheid.
4.31.
De rechtbank overweegt als volgt. Degene die (volledige of overheersende) zeggenschap heeft over twee rechtspersonen kan misbruik maken van het identiteitsverschil tussen deze rechtspersonen. Wat met dit misbruik werd beoogd behoeft in rechte niet te worden gehonoreerd. Het maken van dit misbruik zal in de regel moeten worden aangemerkt als een onrechtmatige daad, die verplicht tot het vergoeden van de schade die door het misbruik aan derden wordt toegebracht. Deze verplichting tot schadevergoeding zal dan niet alleen rusten op de persoon die met gebruikmaking van zijn zeggenschap de betrokken rechtspersonen tot medewerking aan dat onrechtmatig handelen heeft gebracht, maar ook op deze rechtspersonen zelf. Dit komt omdat het ongeoorloofde oogmerk van degene die hen beheerst op grond van het recht dient te worden aangemerkt als een oogmerk ook van henzelf. Vereenzelviging van de betrokken rechtspersonen - het volledig wegdenken van het identiteitsverschil - kan, in uitzonderlijke omstandigheden, de meest aangewezen vorm van goedmaking (“redres”) van dit onrechtmatig handelen zijn (HR 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7480, r.o. 3.5. en HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2285, r.o. 3.5.2.).
4.32.
Naar de rechtbank begrijpt, leggen [eisers] aan het gestelde misbruik in de eerste plaats ten grondslag dat achter Kera-Design LM Holding ‘schuilgaat’ en bij beide vennootschappen dezelfde personen zijn betrokken. Een dergelijke concernconstructie is echter gebruikelijk en op zichzelf geen reden tot misbruik van identiteitsverschil te concluderen. Ook de overige omstandigheden waar Kera-Design op wijzen, te weten dat Kera-Design niet beschikt over vermogen en twee bedrijven van de heer [naam 4] eerder failliet zijn verklaard, kunnen het oordeel dat sprake is van misbruik niet dragen. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, volgt uit deze omstandigheden immers nog niet dat de gehanteerde concernconstructie voortkomt uit een oogmerk tot misbruik.
Slotsom, rente en kosten
4.33.
De uitkomst van al het voorgaande is dat de rechtbank ten aanzien van Kera-Design een bedrag zal toewijzen van € 33.547,34 (€ 440,00 + € 14.957,34 + € 18.150,00), te vermeerderen met € 1.542,30 aan expertisekosten.
4.34.
[eisers] vorderen over voornoemde bedragen wettelijke rente ingaande per 10 april 2020. In de toelichting op deze vordering spreken [eisers] over wettelijke handelsrente en noemen zij als ingangsdatum 24 april 2020, althans de dag van dagvaarding. Kera-Design c.s. hebben op het punt van de rente geen verweer gevoerd. Gelet op de ingebrekestelling van 10 april 2020, is Kera-Design vanaf 24 april 2020 in verzuim, zodat de rechtbank deze datum als ingangsdatum zal aanhouden. Voor zover [eisers] hebben bedoeld wettelijke handelsrente te vorderen, wordt in plaats daarvan de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW toegewezen. De wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW heeft uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit handelsovereenkomsten. Gesteld noch gebleken dat hiervan sprake is.
4.35.
Gelet op het voorgaande zal het verstekvonnis worden vernietigd, nu bij verstek een hoger bedrag is toegewezen en LM Holding tot betaling is veroordeeld. Voor de leesbaarheid zal de rechtbank het gehele verstekvonnis vernietigen en opnieuw beslissen.
4.36.
Voor wat betreft de proceskosten in deze verzetprocedure oordeelt de rechtbank als volgt. Voor zover het de vorderingen betreft ingesteld door [eisers] jegens Kera-Design, zal Kera-Design als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [eisers] worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op € 1.114,00 aan salaris advocaat (Tarief IV x 1,0 punt).
4.37.
Voor zover het de vorderingen betreft ingesteld door [eisers] jegens LM Holding volgt uit het voorgaande dat deze niet toewijsbaar zijn, zodat [eisers] in relatie tot LM Holding als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten zal worden veroordeeld. Gelet op het feit dat Kera-Design en LM Holding tezamen verweer hebben gevoerd, zullen de kosten van LM Holding worden begroot op de helft van de door Kera-Design en LM Holding tezamen gemaakte kosten, te begroten op € 2.076,00 aan griffierecht en € 1.114,00 aan salaris advocaat (Tarief IV x 1,0 punt), aldus in totaal € 3.190,00. De rechtbank zal dus een bedrag toewijzen aan proceskosten te betalen door [eisers] aan LM Holding van € 1.595,00.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
vernietigt het door deze rechtbank op 28 oktober 2020 onder zaaknummer / rolnummer C/09/599872 / HA ZA 20-926 gewezen verstekvonnis,
En opnieuw beslissend
5.2.
verklaart voor recht dat de aanneemovereenkomst tussen [eisers] en Kera-Design op 1 september 2020 buitengerechtelijk is ontbonden;
5.3.
veroordeelt Kera-Design jegens [eisers] tot betaling van een bedrag van € 33.547,34, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 24 april 2020 tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt Kera-Design jegens [eisers] tot betaling van een bedrag van € 1.542,30 aan expertisekosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 24 april 2020 tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt Kera-Design jegens [eisers] tot betaling van de proceskosten van de verstekprocedure, aan de zijde van [eisers] begroot op € 3.489,89, en de nakosten te begroten op € 157,00, te vermeerderen met € 82,00 in het geval van betekening;
5.6.
veroordeelt Kera-Design jegens [eisers] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 1.114,00;
5.7.
veroordeelt [eisers] jegens LM Holding in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van LM Holding tot op heden begroot op € 1.595,00;
5.8.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen onder 5.5 tot en met 5.7 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Honée en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.