ECLI:NL:RBDHA:2022:8135
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de lening voor inburgering en de hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2022, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de lening voor de inburgeringscursus, vastgesteld op € 7.977,19, en de terugbetalingstermijn van € 66,78 per maand. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, omdat eiser niet is gehoord bij de besluitvorming. Dit is in strijd met de hoorplicht die voortvloeit uit de Algemene Wet Bestuursrecht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij eiser wel de gelegenheid krijgt om te worden gehoord. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser, ter hoogte van € 759,-. De uitspraak benadrukt het belang van het horen van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer er nieuwe of aanvullende informatie kan zijn die van invloed is op de besluitvorming.