ECLI:NL:RBDHA:2022:746
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder bestuursdwang en ontruiming sociale huurwoning; motiveringseisen bij vertrek van eiser uit de woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een last onder bestuursdwang die aan eiser is opgelegd. Eiser had een sociale huurwoning, maar verweerder, het dagelijks bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, stelde vast dat eiser de woning had verlaten en deze in gebruik had gegeven aan anderen zonder de vereiste huisvestingsvergunning. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had aangetoond dat eiser de woning had verlaten, onderbouwd door verschillende feiten en omstandigheden, waaronder het niet verschijnen van eiser op afspraken en het aantreffen van andere personen in de woning. Eiser had aangevoerd dat hij regelmatig in Nederland was, maar de rechtbank volgde deze stelling niet, omdat de bewijsvoering van eiser niet overtuigend was. De rechtbank concludeerde dat de last onder bestuursdwang terecht was opgelegd en dat de huisvestingsvergunning van eiser was vervallen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij de woning moet ontruimen.