ECLI:NL:RBDHA:2022:7422
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning op basis van Nederlands-Amerikaans vriendschapsverdrag en bewijsvoering van investering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, die de Amerikaanse nationaliteit bezit, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op basis van het Nederlands-Amerikaans vriendschapsverdrag. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen in een besluit van 14 februari 2020, waarna de eiseres bezwaar maakte. Het bezwaar werd in een later besluit, op 14 augustus 2020, kennelijk ongegrond verklaard. De eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld en aanvullende gronden ingediend op 17 februari 2022. Op 22 maart 2022 werd een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van de eiseres gegrond werd verklaard en zij met terugwerkende kracht een verblijfsvergunning kreeg toegewezen vanaf 17 februari 2022.
De rechtbank heeft het beroep tegen het eerdere besluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat de eiseres geen belang meer had bij vernietiging van dat besluit. De rechtbank oordeelde dat de eiseres procesbelang had bij de procedure, omdat de ingangsdatum van de verblijfsvergunning van belang is voor toekomstige verblijfsrechten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de investering van het vereiste kapitaal bij de eiseres ligt. De eiseres had gesteld dat zij eerder dan 17 februari 2022 had aangetoond dat zij het vereiste kapitaal had geïnvesteerd, maar de rechtbank oordeelde dat de eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor deze investering. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris terecht de verblijfsvergunning met ingang van 17 februari 2022 had verleend, omdat de eiseres pas op dat moment voldoende bewijs had geleverd van de investering.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.