Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa), verweerder,
Procesverloop
Wat er aan het besluit voorafging
Het besluit of de besluiten?
€ 5.116,67. Verweerder heeft daarbij verwezen naar artikel 20 van de Rva 2005 [1] , op grond waarvan de vreemdeling aan verweerder een vergoeding voor de kosten van verstrekkingen moet betalen als hij inkomsten heeft of eigen vermogen dat groter is dan de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet (Pw), en naar de Reba 2008 [2] , waarin een en ander nader is uitgewerkt. Het vermogen van eiser zou bestaan, zo volgt uit de bij het besluit gevoegde bijlage, uit de dwangsom die hij van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft ontvangen. Van deze dwangsom resteerde in de peilmaand mei 2020 nog
30 december 2020.
Waarom is eiser het niet eens met het besluit?
Is de toegekende dwangsom een vorm van immateriële schadevergoeding?
Heeft verweerder gehandeld in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel?
“U verklaart niet te beschikken over een vermogen (…) en u heeft geen inkomsten hoger dan de bijstandsnorm. Wanneer zich in uw vermogen of inkomsten wijzigingen voordoen, dan dient u dit te melden bij het COA.”Ondanks het summiere verslag, acht de rechtbank daarmee aannemelijk gemaakt dat dit wel onderwerp van gesprek is geweest op 12 maart 2019. In ieder geval heeft eiser het document ondertekend, zodat mag worden aangenomen dat hij met de inhoud ervan bekend was. Dat eiser niet uit Nederland komt en daarom niet heeft hoeven begrijpen dat hij de plicht had een en ander te melden, zoals eiser ter zitting heeft gesteld, volgt de rechtbank niet aangezien het document was opgesteld in de Farsi taal en de inhoud daarvan tijdens het gesprek met eiser op 12 maart 2019 is toegelicht.
Heeft verweerder gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel?
Tussenconclusie over het beroep
Is er sprake van schulden en/of verplichtingen?
Heeft verweerder de eigen bijdrage juist vastgesteld?
Eindconclusie over het beroep
Proceskosten
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.897,50.