Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt de Nigeriaanse nationaliteit te hebben, was op 10 juni 2022 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 23 juni 2022 gesloten.
De rechtbank overweegt dat eiser niet rechtmatig in Nederland verblijft, aangezien zijn asielaanvraag op 8 september 2021 was afgewezen en hij geen geldig reisdocument heeft. Eiser betwist de gronden voor de maatregel van bewaring, maar de rechtbank oordeelt dat de opgelegde maatregel gerechtvaardigd is. De rechtbank stelt vast dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken en dat hij de voorbereiding van zijn vertrek of de uitzettingsprocedure ontwijkt of belemmert. Eiser heeft bovendien geweigerd om mee te werken aan een presentatie bij de Nigeriaanse vertegenwoordiging en heeft herhaaldelijk verklaard niet terug te willen keren naar Nigeria.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring op juiste gronden is opgelegd en dat er geen minder dwingende maatregelen effectief zouden zijn. Het beroep tegen het bestreden besluit wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier.