Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
23 april 2021 op de aanvragen beslist. Eisers hebben vervolgens op 18 mei 2021 daartegen bezwaar gemaakt. Verweerder had tot 26 november 2021 om op de bezwaarschriften van eiseres te beslissen. Eisers hebben verweerder op 30 november 2021 in gebreke gesteld. Verweerder heeft bij besluit van 23 november 2021 op de bezwaarschriften beslist en heeft dit besluit op 3 juni 2022 ingetrokken.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- stelt de door verweerder verbeurde dwangsom vast op € 1.442,-;
- draagt verweerder op binnen 8 weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 759,-.