ECLI:NL:RBDHA:2022:5698
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid Italië onder Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2022 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, op basis van de Dublinverordening. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 21 april 2022, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn aanvraag. Tijdens de zitting op 20 mei 2022 was eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank benadrukte dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat verweerder mag uitgaan van de goede werking van het Italiaanse asielsysteem. Eiser had in zijn beroepschrift geen voldoende onderbouwing gegeven voor zijn stellingen en de rechtbank concludeerde dat de situatie in Italië, hoewel er tekortkomingen zijn, niet zodanig is dat het asielverzoek niet in behandeling kan worden genomen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Italië geen adequate rechtsbijstand kan krijgen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 juni 2022 en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.