Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juni 2022 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
L. Makadam.
Overwegingen
Eiser vindt dat verweerder een verkeerde einddatum voor de rehabilitatietermijn hanteert. Volgens eiser start deze termijn op de datum van vrijlating (26 december 2016) en niet de datum waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden (24 maart 2020). Vanwege onjuiste medicatie heeft het strafbare feit zich voorgedaan. Sindsdien heeft eiser de juiste medicatie en komen deze voorvallen niet meer voor. Er is geen sprake meer van acuut gevaar. Verweerder had hiermee rekening moeten houden.
Wat zijn de regels?
Is sprake van bijzondere feiten of omstandigheden?
Is sprake van strijd met het evenredigheidsbeginsel?
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518,-- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,-- en een wegingsfactor 1).