Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Achmea Schadeverzekeringen N.V.te Apeldoorn,
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.te Rotterdam,
1.De procedure
LevensverzekeringMaatschappij N.V. heeft gedagvaard in plaats van Nationale-Nederlanden
SchadeverzekeringMaatschappij N.V. Nu laatstgenoemde partij ter zitting is verschenen, de dagvaarding heeft begrepen als te zijn gericht (mede) tot haar en verweer heeft gevoerd, heeft deze vennootschap als gedaagde sub 2 te gelden. In dit vonnis wordt met de aanduiding NN daarom gedoeld op Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.
2.De feiten
- het doen van aangifte van een poging tot oplichting en het plegen van valsheid in geschrifte door [eiser] ;
- registratie van de gegevens van [eiser] en zijn eenmanszaak en opname daarvan in de Gebeurtenissenadministratie (GA) en het Intern Verwijzingsregister (IVR), voor de duur van drie jaren;
- opname van de gegevens van [eiser] en zijn eenmanszaak in het Extern Verwijzingsregister (EVR) voor de duur van drie jaren;
- stopzetting van de samenwerking met [eiser] en zijn eenmanszaak voor de duur van (ten minste) drie jaren.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
opzettelijkschade dubbel heeft geclaimd. [eiser] betwist dat dat het geval is.
ter controle op de inhoudvoorlegde aan [eiser] . Gelet op die gang van zaken is het moeilijk voorstelbaar dat het [eiser] op geen enkel moment is opgevallen dat het [persoon] betrof, een van zijn eigen cliënten. Daar komt nog bij dat [persoon] heeft verklaard dat hij [eiser] al kende voordat hij zich tot hem wendde naar aanleiding van zijn eerste ongeval en dat Achmea en NN ter zitting onweersproken hebben aangevoerd dat [eiser] en [persoon] vrienden waren. De stelling van [eiser] dat [persoon] hem nimmer heeft ingelicht over het tweede ongeval en de lopende zaak bij Achmea, komt de voorzieningenrechter dan ook onwaarschijnlijk voor.