Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Achmea Schadeverzekeringen N.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 21 juni 2022, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 25 mei 2022, en die ook de grieven bevat;
- de memorie van antwoord van Achmea c.s., met bijlagen;
- de akte van [appellant], met bijlagen;
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de voorzieningenrechter in de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
cliëntenvan [appellant] hebben uitgesloten; [appellant] heeft althans zijn daartoe strekkende stelling niet of onvoldoende gemotiveerd. Achmea c.s. hebben onweersproken aangevoerd dat zij de desbetreffende cliënten van [appellant] juist hebben bericht dat de afwikkeling van hun letselschadedossier niet ter discussie staat en dat dit verder kan worden geregeld met een andere of eventueel zonder belangenbehartiger. Van - onrechtmatig - interveniëren door Achmea c.s. in het kiezen van een letselschadebehandelaar door de cliënten is, gelet op de tekst van de als productie 27 bij conclusie van antwoord overgelegde, aan de cliënten gerichte brieven, evenmin sprake geweest.