ECLI:NL:RBDHA:2022:5210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen op eerder besluit inzake buitenlandbijdrage zonder nieuwe feiten of omstandigheden
Op 25 mei 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, wonende in Portugal, en het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van het CAK, waarin het bezwaar tegen een eerder besluit van 6 maart 2013 ongegrond werd verklaard. Dit eerdere besluit stelde dat eiseres vanaf 28 februari 2013 als verdragsgerechtigde werd aangemerkt en een buitenlandbijdrage verschuldigd was op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Eiseres stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op het eerdere besluit, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die niet eerder bekend waren of bekend hadden kunnen zijn. De gemachtigde van eiseres erkende ter zitting dat er geen nieuwe feiten waren. De rechtbank concludeerde dat de stelling van eiseres over dubbele betalingen voor ziektekosten geen nieuw feit was, maar een herhaling van eerdere argumenten. De rechtbank oordeelde dat het CAK terecht had besloten om het verzoek van eiseres om terug te komen op het besluit van 6 maart 2013 af te wijzen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. D.R. van der Meer, in aanwezigheid van griffier mr. V.A. Paul, en werd openbaar uitgesproken op 25 mei 2022. Eiseres werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.