ECLI:NL:RBDHA:2022:5163
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing omgevingsvergunning op basis van Bibob-advies en Awr-overtredingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2022, werd het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een omgevingsvergunning ongegrond verklaard. De aanvraag betrof de verbouwing van een monumentaal pand in Leiden. De gemeente had de vergunning geweigerd op basis van een advies van het Landelijk Bureau Bibob, waarin werd gesteld dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het faciliteren van strafbare feiten, zoals gewoontewitwassen. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen op 31 januari 2020, waarna het bezwaar tegen deze afwijzing ook ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had gehandeld op basis van de Awr-overtredingen van de broer van eiseres, die in een zakelijk samenwerkingsverband met haar stond. De rechtbank concludeerde dat de gemeente niet in strijd had gehandeld met de zorgvuldigheidsbeginselen en dat de afwijzing van de vergunning gerechtvaardigd was. Eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om haar stellingen te onderbouwen, en de rechtbank bevestigde dat de gemeente zich op het Bibob-advies had mogen baseren. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Wet Bibob en de mogelijkheid voor bestuursorganen om vergunningen te weigeren op basis van vermoedens van strafbare feiten, zelfs zonder veroordelingen.