ECLI:NL:RBDHA:2022:4560
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van asielzoeker zonder zicht op uitzetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn eerdere aanvraag werd afgewezen als kennelijk ongegrond. De maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij eiser in beroep ging tegen deze maatregel. Tijdens de zitting op 4 mei 2022 in Breda, waar eiser via een beeldverbinding aanwezig was, heeft hij aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat, wat volgens hem de maatregel onrechtmatig maakt. De rechtbank heeft echter overwogen dat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zicht op uitzetting geen voorwaarde is voor de bewaringsgrondslag die samenhangt met een lopende asielaanvraag. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.