Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Chavez-Vilchez(ECLI:EU:C:2017:354).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Algerijnse nationaliteit bezit. Eiser was op 22 maart 2022 in bewaring gesteld na zijn strafrechtelijke detentie, aanvankelijk op basis van zijn asielaanvraag. Na intrekking van deze aanvraag werd de maatregel van bewaring opgeheven, maar onmiddellijk daarna opnieuw opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, waarbij hij ook schadevergoeding heeft gevraagd.
Tijdens de zitting op 30 maart 2022, waar eiser via een beeldverbinding aanwezig was, heeft de rechtbank de argumenten van eiser gehoord. Hij stelde dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije was, omdat de Spaanse autoriteiten een verzoek om terugname hadden afgewezen en er een laissez-passeraanvraag was ingediend. De rechtbank heeft overwogen dat de door verweerder aangevoerde omstandigheden onvoldoende waren om te concluderen dat er weer een concreet zicht op uitzetting naar Algerije was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregelen van bewaring onrechtmatig waren en heeft deze opgeheven met ingang van 31 maart 2022.
Daarnaast heeft de rechtbank een schadevergoeding van € 1.000 toegekend aan eiser voor de onrechtmatige detentie en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.