Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
21 juni 2020, de datum in geding in deze zaak, blijkbaar wel. Hierdoor is de Wajong-uitkering van eiser per laatstgenoemde datum verlaagd naar 70% van het wettelijk minimumloon. De rechtbank heeft verweerder verzocht aan te geven of het bepaalde in artikel 3:8a, derde lid, van de Wajong consequenties heeft voor de besluitvorming in deze zaak. Verweerder heeft hierop gereageerd bij brief van 14 december 2021.
6 maart 2020, van de primaire arbeidsdeskundige van 14 april 2020 en van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van 7 januari 2021. Verweerder mag zijn besluiten over de mate van arbeidsongeschiktheid van een betrokkene baseren op rapporten van verzekeringsartsen, indien deze rapporten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende duidelijk zijn. Het is aan de betrokkene om aan te voeren en zo nodig aannemelijk te maken dat de rapporten niet op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, tegenstrijdigheden bevatten, niet voldoende duidelijk zijn, dan wel dat de in de rapporten gegeven beoordeling onjuist is. De vraag is dus of de rapporten van de primaire verzekeringsarts van 6 maart 2020 en van de verzekeringsarts b&b van 7 januari 2021 aan de genoemde voorwaarden voldoen.