ECLI:NL:RBDHA:2022:2050
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Chavez-aanvraag wegens onvoldoende zorg- en opvoedtaken door eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 februari 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, die een aanvraag voor een verblijfsdocument EU/EER had ingediend. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij daadwerkelijke zorg- en opvoedtaken voor zijn minderjarige dochter verricht. Eiser, geboren in 1972 en van Turkse nationaliteit, had in 2020 de aanvraag ingediend, maar de staatssecretaris stelde dat eiser niet onder de toepassing van het arrest Chavez-Vilchez valt. Eiser voerde aan dat hij meer dan marginale zorg- en opvoedtaken verricht, maar de rechtbank oordeelde dat hij dit niet voldoende had aangetoond. De rechtbank concludeerde dat de dochter van eiser bij haar moeder in Nederland woont en dat de primaire zorg en opvoeding bij de moeder ligt. Eiser had niet aangetoond dat zijn afwezigheid zou leiden tot een gedwongen vertrek van zijn dochter uit de EU. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het belang van de aanwezigheid van eiser voor de ontwikkeling van zijn dochter niet doorslaggevend was, aangezien de moeder de zorg voor de dochter op zich neemt. De rechtbank wees erop dat eiser niet met concrete gegevens had aangetoond dat zijn rol als vader niet op afstand vanuit Turkije kon worden vervuld.