ECLI:NL:RBDHA:2022:1740
Rechtbank Den Haag
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van vrijheidsontnemende maatregelen en schadevergoeding in asielzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 februari 2022, zijn eisers, een echtpaar van Pakistaanse nationaliteit, in beroep gegaan tegen vrijheidsontnemende maatregelen die hen waren opgelegd op grond van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaringsrechter bevoegd is om te toetsen of verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld om de detentie van de vreemdeling zo kort mogelijk te houden. De rechtbank oordeelt dat de vrijheidsontnemende maatregelen onrechtmatig zijn vanaf 3 januari 2022, omdat de aanmeldgehoren niet tijdig zijn gehouden. De rechtbank kent een schadevergoeding toe van € 2.300,- aan eisers voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, waarbij een hogere schadevergoeding van 150% van het normbedrag is toegekend voor de periode van 22 januari tot 24 januari 2022. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers vastgesteld op € 1.897,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.