ECLI:NL:RBDHA:2022:15031
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen van asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. E.G. Grigorjan. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. V. Ilić, is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep op 23 september 2022 behandeld, samen met een andere zaak, en heeft onmiddellijk uitspraak gedaan na de zitting.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De rechtbank heeft de motivering van de Staatssecretaris gevolgd, die zich baseerde op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waarin staat dat een aanvraag niet in behandeling wordt genomen indien een andere lidstaat verantwoordelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat Nederland een verzoek om overname aan Italië heeft gedaan, en dat Italië hier niet tijdig op heeft gereageerd, waardoor de verantwoordelijkheid van Italië vaststaat. Eiser heeft aangevoerd dat het niet reageren van Italië op het claimverzoek niet getuigt van een professionele handelwijze, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het verstrijken van de reactietermijn gelijk staat aan aanvaarding van het claimverzoek.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat verweerder ten onrechte uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië, vanwege ernstige tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder in het algemeen mag uitgaan van dit beginsel, en dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat dit in zijn geval niet geldt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen asielaanvraag heeft gedaan in Italië en daardoor geen aanspraak kan maken op opvangvoorzieningen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.