ECLI:NL:RBDHA:2022:14623
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Rinkes, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.M.E. Disselkamp, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, waarbij Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen kon worden, omdat Italië als verantwoordelijke lidstaat is aangewezen en het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is. Eiser heeft aangevoerd dat de situatie in Italië verslechterd is door recente crises, maar de rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Italië niet langer aan de vereisten voldoet. De rechtbank heeft ook de medische situatie van eiser in overweging genomen, maar concludeert dat de overgelegde medische stukken niet voldoende zijn om te stellen dat overdracht aan Italië onaanvaardbaar zou zijn. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.