Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de B.V.] ,te [plaats 1] ,
1.[gedaagde sub 1] te [plaats 2] ,
LOGICTRANS B.V.te Dordrecht,
LOGICTRANS WEGVERVOER B.V.te Dordrecht,
[gedaagde sub 4]te [plaats 3] ,
BORATECH ADMINISTRATIES B.V.te Rijswijk,
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 oktober 2021, met producties 1 t/m 30;
- het ter rolzitting van 20 oktober 2021 tegen [gedaagde sub 1] , LogicTrans en LogicTrans Wegvervoer verleende verstek;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 4] , met één productie;
- de conclusie van antwoord van Boratech, met producties 1 t/m 3;
- de nadere producties 4 en 5 van Boratech;
- het tussenvonnis van 20 juli 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de mondelinge behandeling gehouden op 16 november 2022. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde en deze aantekeningen zijn in het griffiedossier gevoegd.
2.De feiten
3.Het geschil
te verklaren voor recht dat:
te verklaren voor recht dat:
te verklaren voor recht dat:
4.De beoordeling
ten aanzien van de niet-verschenen gedaagden [gedaagde sub 1 c.s.]
1.114,00(1 punt × tarief € 1.114,00)
“Enige mogelijkheid was of de boete betalen middels een lening of de onderneming overdragen”. Daarnaast was [gedaagde sub 4] naar eigen zeggen ervan op de hoogte dat [gedaagde sub 1] LogicTrans en LogicTrans Wegvervoer had opgericht en dat zij de activiteiten van [de B.V.] hadden overgenomen, zodat in [de B.V.] geen activiteiten meer werden verricht en dus geen inkomsten meer werden gegenereerd. [gedaagde sub 4] wist ook dat een eventuele verkoop van de aandelen van [de B.V.] niet (meer) doorging. Dat de penibele financiële situatie van [de B.V.] ook op die manier niet werd opgelost moet [gedaagde sub 4] dus duidelijk zijn geweest. Gelet op al deze omstandigheden wist [gedaagde sub 4] of had zij, gegeven ook haar professionele achtergrond en positie bij Boratech, redelijkerwijs behoren te weten dat een faillissement van [de B.V.] aanstaande was en had zij dus – ook als zij opdracht of toestemming had –behoren af te zien van de contante geldopnames. Dat zij die geldopnames desondanks wel heeft verricht, valt haar te verwijten en kan haar daarom worden toegerekend. De handelwijze van [gedaagde sub 4] kwalificeert daarmee als een toerekenbare onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers van [de B.V.] .
563,00(1 punt × tarief € 563,00)
563,00(1 punt × tarief € 563,00)