Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[minderjarige 1] ,(V-nummer: [V-nummer 2] ) en
[minderjarige 2] ,(V-nummer: [V-nummer 3] ).
Procesverloop
Overwegingen
3Over de grond onder 3a stellen eisers dat zij asielzoekers zijn en daarom het recht hebben om asiel aan te vragen in Nederland. De rechtbank oordeelt dat deze stelling van eisers niet afdoet aan de feitelijke juistheid van de grond onder 3a. Het bewaringsdossier bevat een claimakkoord van Italië waaruit blijkt dat eiseres op 18 oktober 2018 in Italië een asielaanvraag heeft ingedaan. Dit betekent dat eiseres zich in Italië beschikbaar had moeten houden voor de behandeling van haar asielaanvraag en dat zij niet zomaar mocht doorreizen naar Nederland om hier asiel aan te vragen. Over de grond onder 3k hebben eisers gesteld dat verweerder ten onrechte heeft verwezen naar verklaringen van eiseres uit haar Dublinprocedure omdat op dat moment nog niet vaststond dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van haar asielaanvraag. De rechtbank geeft eisers geen gelijk op dit punt. Verweerder heeft voor de motivering van de grond onder 3k namelijk niet alleen verwezen naar verklaringen van eiseres in de Dublinprocedure maar ook naar een verslag van een vertrekgesprek van 8 maart 2022. Op dat moment was het voor eiseres al duidelijk dat zij terug moest naar Italië, maar ook in die gesprekken heeft eiseres gezegd dat zij niet van plan is om terug te keren naar Italië. De zware gronden onder 3a en 3k zijn samen voldoende om aan te nemen dat er een significant risico bestaat dat eisers zich aan het toezicht zullen onttrekken en kunnen de maatregelen van bewaring al dragen. De rechtbank laat de geschilpunten over de overige gronden van bewaring daarom onbesproken. De beroepsgrond van eisers dat de staandehouding en ophouding
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst de verzoeken om schadevergoeding af.