Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[eiser1] B.V. te [plaats 1],2. BELAGGIO VASTGOED B.V. te Den Haag,3. NBBO B.V. Den Haag,
1.[gedaagde 1],2. [gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 augustus 2022, waarbij door [gedaagden] een productie aan het procesdossier is toegevoegd;
2.De feiten
daarvan geef ik 31 mille cash aan [naam 1][[naam 1], toevoeging
.
wordt in de overeenkomst vastgelegd.
Dat partijen nader zijn overeengekomen dat op het moment van passeren van de akte van levering, van de totale koopsom van EURO 1.050.000,00 het bedrag van EURO 1.000.000,00 door de notaris zal worden overgemaakt naar schuldeiser c.q. verkoper en voorts dat het resterende bedrag van EURO 50.000,00 zal worden overgemaakt naar schuldenaar c.q. koper uit hoofde van een onder hiernavolgende voorwaarden door schuldeiser voorwaarden door schuldeiser aan schuldenaar te verstrekken lening;
dat schuldeiser het genoemde bedrag van EURO 50.000,00 – hierna te noemen “het geleende bedrag” – wenst uit te lenen van schuldeiser met als uitsluitende doel het zeker stellen dat schuldeiser de resterende overeengekomen bouwwerkzaamheden na levering van het verkochte en gekochte appartementsrecht naar tevredenheid van schuldenaar zal voltooien;
dat partijen in deze overeenkomst voorts de door hen gemaakte afspraken omtrent de geldlening als volgt wensen vast te leggen:
, ik heb de leningsovereenkomst gelezen. De lening wordt verstrekt door de 3 verkopers.
[gedaagde 1]
3.Het geschil
4.De beoordeling
is €1050,000 toch? Krijg nu van de notaris €1025,000 door”
allebenodigde bouwwerkzaamheden, waardoor de inschakeling van derden noodzakelijk werd. De facturen waaruit de inschakeling van die derden volgens [gedaagden] blijkt, belopen ruim € 19.000. Hoewel dit bedrag niet exact aansluit op het oorspronkelijke budget van € 50.000, mag dat geen verbazing wekken omdat budgetoverschrijdingen bij verbouwingen nu eenmaal vaker voorkomen.
op papiervastgelegde overeenkomsten zouden communiceren naar de bank en de notaris vanwege de in 4.2 beschreven financieringsbehoefte van [gedaagden], maar dat zij daadwerkelijk over de besteding van het door de bank gefinancierde bedrag € 1.050.000 waren overeengekomen dat € 1.000.000 als koopsom zou worden betaald aan [eisers], dat [eisers] daarnaast voor € 31.000 aan verbouwingswerkzaamheden zouden verrichten en dat [gedaagden] het daarvoor bestemde geldbedrag pas zou uitbetalen naar gelang de afronding van die werkzaamheden.
“15 [naam 1]. Nog 16 tegoed.”).