Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.GLENMARK PHARMACEUTICALS B.V.te Amsterdam,
GLENMARK PHARMACEUTICALS NORDIC ABte Lund (Zweden),
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 april 2021;
- de akte houdende overlegging producties 1-23;
- de conclusie van antwoord met producties 1-16;
- het tussenvonnis van 8 juni 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de brief van 25 oktober 2022 met productie 17 aan de zijde van Z-Index;
- de akte houdende overlegging nadere producties 24-28 tevens depot van 4 inhalatoren aan de zijde van Glenmark.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
een instrument dat moet worden gebruikt om het geneesmiddel toe te dienen en dat is bijgevoegd bij de handelsversie van het geneesmiddel (bijvoorbeeld: Inhaler, Volumatic, Spacer, injectiespuit)’. De NEN-norm schrijft nergens voor dat dezelfde PRK-code dient te worden toegekend wanneer – ondanks verschillen tussen de hulpmiddelen – die hulpmiddelen in werking, functionaliteit of gebruik identiek en uitwisselbaar zijn. In het algemeen kan naar het oordeel van de rechtbank uit de NEN-norm niet worden afgeleid dat op voorschrijfniveau de
inwisselbaarheidvan geneesmiddelen (en de daarbij behorende hulpmiddelen) een criterium, laat staan doorslaggevend, is bij het bepalen van de PRK-code.