Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 december 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. De maatregel van bewaring was op 20 augustus 2022 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 1 december 2022 gesloten.
Eiser betoogde dat er geen zicht op uitzetting was, omdat verweerder er niet in was geslaagd om hem binnen drie maanden uit te zetten. Hij verwees naar artikel 28, derde lid, van de Dublinverordening, dat stelt dat bewaring zo kort mogelijk moet duren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk zicht op uitzetting was, vooral omdat verweerder een overdracht had gepland op 1 december 2022. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin de rechtmatigheid van de maatregel was bevestigd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Ook is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.