Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. Eiser had op 20 augustus 2022 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 21 oktober 2022 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek dat aan de eerdere uitspraak ten grondslag lag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor overdracht op basis van de Dublinverordening zes weken bedraagt en dat deze termijn opnieuw begint te lopen op het moment dat de uitspraak op het beroep van eiser tegen het overdrachtsbesluit is gedaan. Eiser heeft zelf op 29 september 2022 beroep ingesteld tegen het overdrachtsbesluit, waardoor de termijn voor overdracht nog steeds rechtmatig is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen zicht op uitzetting is, maar dat de bewaring van eiser rechtmatig voortduurt. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.