Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2022 uitspraak gedaan in een enkelvoudige kamer over het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1980, heeft aangevoerd dat hij rechtmatig verblijf heeft in Slowakije en daarom niet onrechtmatig in Nederland verblijft. Hij heeft een asielaanvraag ingediend in Slowakije, waarop nog niet is beslist, en heeft verklaard ook in Nederland asiel te willen aanvragen.
De rechtbank heeft op 31 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft overwogen dat er concrete aanknopingspunten zijn dat de Dublinverordening op eiser van toepassing is, en dat de maatregel van bewaring op goede gronden is opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.