Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)te Den Haag,
2.
STICHTING VEILIG OMGAAN MET EXPLOSIEVE STOFFENte ‘s-Hertogenbosch,
3.
STICHTING EXAMINERING VOMESte 's-Hertogenbosch,
1.Inleiding
2.De procedure
- de dagvaardingen van 4 juni 2021, met producties 1 tot en met 54;
- de conclusie van antwoord van de Staat, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord van de stichtingen, met producties 1 tot en met 14;
- het tussenvonnis van 8 juni 2022;
- de akte overlegging producties tevens akte eiswijziging aan de zijde van REAS, met de producties 55 tot en met 61.
3.Feiten
registratieverplichting is ingevoerd. Voor de bedrijven geldt nog steeds een
certificeringsstelsel, dat op onderdelen is gewijzigd ten opzichte van het oude stelsel. Zowel het Arbobesluit (bij besluit van 28 november 2019) [3] als de Arboregeling zijn in verband met het nieuwe stelsel gewijzigd.
verantwoordelijkheidvan de registratie-instelling, maar de
examinering zelfgeschiedt door de examen-instelling die ook het examenreglement opstelt dat moet voldoen aan bepaalde in het Registratieschema vermelde vereisten. In het Registratieschema is verder bepaald dat Vomes de registratie-instelling is en Vomes Examinering de examen-instelling.
4.De vordering
- de Bekendmaking van de Staatssecretaris van 3 november 2020, houdende publicatie van het CS-OOO dat is vastgesteld door Vomes, Staatscourant 13 november 2020;
- de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 november 2020 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling, Staatscourant 13 november 2020.
- de Bekendmaking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 november 2020, houdende de publicatie van het Registratieschema dat is vastgesteld door het bestuur van Vomes, Staatscourant 13 november 2020.
- het Besluit van 5 november 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige artikelen van het Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit, Staatsblad 2020, 440;
- het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 november 2020, Staatscourant, 4 december 2020;
5.De beoordeling
kennelijkniet ontvankelijk heeft verklaard (beslissingen op bezwaar van de minister van 16 april 2021, overgelegd als productie 38 bij dagvaarding). REAS heeft erop gewezen dat hiermee te kennen is gegeven dat volgens de minister over de niet-ontvankelijkheid van die bezwaren redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is. Daarom moet er in deze procedure volgens REAS van worden uitgegaan dat er geen met voldoende waarborgen omgeven rechtsgang beschikbaar is en REAS is aangewezen op de aanvullende rechtsbescherming van de burgerlijke rechter. Voor het geval anders geoordeeld zou worden, dienen haar vorderingen, “voor zover die verband houden met besluiten waartegen bij de bestuursrechter kan worden opgekomen, aangemerkt te worden als voorwaardelijke vorderingen”, aldus REAS. De Staat en de stichtingen hebben zich hierover niet uitgelaten.