ECLI:NL:RBDHA:2022:12296
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing bijstandsaanvraag op basis van hoofdverblijf in de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser, die bijstandsaanvraag deed op basis van de Participatiewet, zijn hoofdverblijf betwist. Eiser verbleef in de beoordelingsperiode bij zijn dochter in [plaats 1], terwijl hij stelde dat zijn hoofdverblijf in [plaats 2] was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de beoordelingsperiode zijn hoofdverblijf in [plaats 2] had. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de verklaring van eiser dat hij tijdelijk bij zijn dochter verbleef vanwege problemen met zijn voormalige baas en huisvesting. De rechtbank concludeert dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van eiser zich in de beoordelingsperiode in [plaats 1] bevond, en dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag door verweerder terecht was. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 3 oktober 2022.