ECLI:NL:RBDHA:2022:11864
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en teruggeleiding van minderjarigen naar België
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 november 2022 een beschikking gegeven in een verzoek tot teruggeleiding van twee minderjarige kinderen naar België, ingediend door de vader. De vader, wonende in België, verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn kinderen, die zonder zijn toestemming naar Nederland waren overgebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er minder dan één jaar was verstreken sinds de ongeoorloofde overbrenging, waardoor de vader recht had op teruggeleiding op basis van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. De moeder voerde verweer en stelde dat er een ernstig risico bestond voor de kinderen bij terugkeer naar de vader, maar de rechtbank oordeelde dat de moeder niet voldoende bewijs had geleverd voor deze claim. De rechtbank heeft de terugkeer van de kinderen gelast, met als uiterste datum 25 november 2022, en de moeder opgedragen de benodigde reisdocumenten te verstrekken. De rechtbank heeft ook de voorlopige voogdij over de kinderen afgewezen, omdat er geen gegronde vrees was dat de moeder zich aan de tenuitvoerlegging van de beschikking zou onttrekken. De proceskosten werden gecompenseerd, en de bijzondere curator werd niet opnieuw benoemd, aangezien de kinderen niet gehoord waren. De beschikking is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie kinderrechters.