ECLI:NL:RBDHA:2022:1155
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van onvoldoende geloofwaardige verklaringen en valse identiteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigerese jongeman, heeft in Nederland asiel aangevraagd, omdat hij niet terug kan keren naar Niger vanwege de dreiging van Boko Haram. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat de geloofwaardig geachte verklaringen van eiser niet voldoende zwaarwegend werden geacht om een verblijfsvergunning te verlenen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Niger te vrezen heeft voor vervolging of ernstige schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser over zijn identiteit en geboortedatum niet geloofwaardig zijn, en dat verweerder terecht heeft aangenomen dat eiser in Italië asiel heeft aangevraagd onder een andere naam en geboortedatum. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder de juiste beoordelingskaders heeft toegepast en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de afwijzing van de asielaanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.