Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de Stichting], te [plaats01] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift van 22 februari 2022, met producties;
- het verweerschrift;
- de brief van 23 augustus 2022 aan de zijde van [verzoekster01] , met drie nadere producties;
- de mondelinge behandeling op 25 augustus 2022.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
verwerktepersoonsgegevens, heeft [verzoekster01] in zoverre niet aannemelijk gemaakt dat [de Stichting] op dit punt is achtergebleven in haar inzageplicht.
- interne notities en correspondentie;
- correspondentie met [verzoekster01] (zoals door haar gedane overlastmeldingen);
- geregistreerde overlastmeldingen over [verzoekster01];
- correspondentie met deurwaarder en advocaat in het kader van de gerechtelijke procedure;
- telefonisch gedeelde persoonsgegevens met hulpinstanties zoals GGZ, `GGD en Meldpunt Zorg & Overlast.
5.De beslissing
- interne (e-mail-)correspondentie, verslagen en notities met betrekking tot [verzoekster01] ;
- correspondentie met [verzoekster01] ;
- klachtenmeldingen door medebewoners over [verzoekster01];
- correspondentie met advocaat en deurwaarder van [de Stichting] in het kader van een gerechtelijke procedure;
- de metadata van voornoemde persoonsgegevens, waaronder de herkomst, het moment van verzending en vastlegging van deze informatie, ongeacht of deze zich bevindt bij [de Stichting] zelf of bij een subverwerker of een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 26 AVG;