Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, heeft beroep ingesteld tegen het terugkeerbesluit dat op 12 oktober 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is uitgevaardigd. Tevens is er een maatregel van bewaring opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het terugkeerbesluit niet-ontvankelijk is, omdat het terugkeerbesluit onverplicht was en geen rechtsgevolgen heeft. Het beroep tegen het inreisverbod is ongegrond verklaard, omdat eiser niet heeft voldaan aan zijn vertrekplicht en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen.
De rechtbank heeft ook de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser heeft aangevoerd dat de maatregel onrechtmatig was, omdat deze niet vanaf het begin in een speciale inrichting is uitgevoerd. De rechtbank oordeelt echter dat de initiële tenuitvoerlegging in een politiecel en een cel van de Koninklijke Marechaussee niet in strijd is met de wet, aangezien de plaatsing in een speciale inrichting afhankelijk was van een plaatsingsbeslissing. De rechtbank concludeert dat de bewaring niet onrechtmatig is geweest en wijst het verzoek om schadevergoeding af.
De rechtbank verklaart het beroep onder nummer NL22.20770 voor zover gericht tegen het terugkeerbesluit niet-ontvankelijk en verklaart het beroep voor het overige ongegrond. Het beroep onder nummer NL22.20852 tegen de maatregel van bewaring wordt eveneens ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.