Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst de verzoeken om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de bewaring van een Armeens gezin, bestaande uit een moeder en haar twee zonen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had hen op 19 en 20 januari 2022 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De eisers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. H. Martens, hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld, waarbij zij tevens schadevergoeding hebben verzocht. De rechtbank heeft de beroepen op 28 februari 2022 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals tolken voor de Armeense taal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van de asielaanvragen van eisers. De rechtbank heeft overwogen dat de eerdere maatregel van bewaring van eiseres te laat was omgezet, maar dat dit niet leidde tot een gegrond beroep. De rechtbank heeft de argumenten van eisers, waaronder de medische situatie van de oudste zoon, beoordeeld en geconcludeerd dat de bewaring rechtmatig was. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. D. Verduijn, rechter, en is openbaar gemaakt op 7 maart 2022.