Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.Het verzoek en de stellingen
De boekhouder zal een correctie op grond van artikel 29 lid 7 OB indienen voor de ten onrechte in vooraftrek genomen belastingen. [Verzoekster] zal het te betalen bedrag integraal voldoen.
Eventuele teruggaven over tijdvakken die betrekking hebben op belastingtijdvakken vóór 1 april 2021 worden verrekend met de belastingschuld die onder het akkoord valt.
[Verzoekster] zal nieuw opkomende verplichtingen integraal voldoen. [Verzoekster] is daarbij gerechtigd – indien aan de voorwaarden daarvoor voldaan wordt – gebruik te maken van het (Corona)uitstelbeleid van de Belastingdienst."
De vordering op grond van artikel 29 lid 7 OB maakte al geen onderdeel uit van het aangeboden akkoord. Dit is een schuld die ontstaat nadat het akkoord is gehomologeerd. Door deze homologatie kunnen de crediteuren immers de BTW terugvragen die niet is ontvangen. [verzoekster] heeft verklaard deze te voldoen zodra deze vordering zich openbaard.
[verzoekster] had hier rekening mee gehouden en daarmee dus ook akkoord verklaard.
Dit ziet op de schuld na 1 april 2021. Deze maakt geen onderdeel uit van het akkoord en wordt dus, evenals alle andere schuldeisers van ná 1 april 2021, integraal voldaan. Ook aan deze voorwaarden wordt dus voldaan.
3.De beoordeling
Rechtsmacht, bevoegdheid
in the money’ zijn). Ziet een akkoord uitsluitend op schuldeisers die bij een faillissement geen uitkering te verwachten hebben, dan geldt deze laatste eis niet.