ECLI:NL:RBDHA:2021:9695
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van uitstel van vertrek op basis van medische klachten en BMA-advies
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een Ghanese vrouw met medische klachten, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had verzocht om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet, omdat zij medische problemen ondervond, waaronder longklachten en maagklachten. De staatssecretaris heeft haar aanvraag afgewezen op basis van een advies van het Bureau Medische Advisering (BMA), waarin werd gesteld dat er geen medische noodsituatie op korte termijn te verwachten was en dat eiseres in staat was om te reizen.
Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat onvoldoende rekening was gehouden met haar longproblemen en dat zij bij terugkeer naar Ghana een verhoogd risico op het coronavirus liep. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het BMA-advies zorgvuldig tot stand was gekomen en dat eiseres geen contra-expertise had overgelegd om de juistheid van het advies te betwisten. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris het BMA-advies aan zijn besluitvorming mocht ten grondslag leggen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat geen van haar beroepsgronden slaagde. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het BMA-advies en dat de staatssecretaris terecht had besloten om het verzoek om uitstel van vertrek af te wijzen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.