1.3De voormalig werkgever heeft in bestreden besluit I aanleiding gezien om het beroep met zaaknummer SGR 18/19 in te trekken met het verzoek verweerder te veroordelen in de proceskosten. Dit heeft de rechtbank bij uitspraak van 26 november 2018 gedaan.
Voornemen om het bestreden besluit I te wijzigen
2. Bij brief van 8 maart 2019 heeft verweerder meegedeeld voornemens te zijn om bestreden besluit I te wijzigen, in die zin dat eiseres 1 vanaf 25 april 2017 respectievelijk 22 november 2018 in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Verweerder heeft hierbij toegelicht dat dit aangekondigde besluit nog niet is genomen, omdat verweerder wil voorkomen dat eiseres haar beroep tegen bestreden besluit I intrekt en de voormalig werkgever een nieuw beroep tegen dit besluit aanhangig moet maken.
Schorsing van het onderzoek ter zitting
3. Bij de behandeling van het beroep ter zitting is van de zijde van verweerder toegezegd dat een nieuw besluit op bezwaar zal worden genomen. Alle partijen hebben er desgevraagd mee ingestemd dat dit nieuwe besluit op bezwaar zal worden meegenomen in de lopende beroepsprocedure.
4. Het nieuwe besluit op bezwaar (bestreden besluit II) is genomen op 23 juli 2020. Verweerder heeft hierin het besluit van 28 november 2018 (de rechtbank begrijpt: het besluit van 10 oktober 2018) herzien, het bezwaar van eiseres 1 gegrond verklaard en bepaald dat eiseres 1 vanaf 12 april 2017 respectievelijk 22 november 2018 in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
Het beroep van eiseres 1 tegen bestreden besluit I
5. De rechtbank stelt vast dat verweerder bestreden besluit I heeft ingetrokken en heeft vervangen door bestreden besluit II. Met bestreden besluit II is aan de bezwaren van eiseres tegemoetgekomen, nu aan haar vanaf 25 april 2017 respectievelijk 22 november 2018 een volledige WIA-uitkering is toegekend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres geen belang meer bij een beoordeling van haar beroep tegen bestreden besluit 1. De rechtbank zal het beroep van eiseres 1 tegen bestreden besluit I daarom niet‑ontvankelijk verklaren.
6. In deze zaak ligt uitsluitend nog bestreden besluit II voor. Eiseres 1 heeft bij brief van 26 november 2020 kenbaar gemaakt dat zij geen bezwaar heeft tegen dit besluit. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat dit besluit geheel tegemoetkomt aan de bezwaren van eiseres 1. Dat betekent dat eiseres 1 geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van dit besluit. De rechtbank beschouwt het beroep van eiseres 1 tegen bestreden besluit I daarom niet van rechtswege mede gericht tegen bestreden besluit II.