Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2021 in de zaken tussen
[eiseres 1] , v-nummer [nummer] , eiseres 1
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
5 februari 2018 afgewezen. Met besluiten van 31 januari 2019 op bezwaar van eisers is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvragen gebleven. De beroepen van eisers hiertegen zijn met de uitspraken van op 27 augustus 2019 gegrond verklaard. [1] Hierbij zijn de besluiten van 31 januari 2019 voor zover die op de aanvragen van eisers zien vernietigd.
25 januari 2021 is de staatssecretaris nogmaals bij de afwijzing van de aanvraag van eiseres 1 gebleven.
Beoordeling door de rechtbank
27 augustus 2019.
Beoordeling van bestreden besluit 1
27 november 2020 is eiseres 1 verzocht om binnen één week een geldig telefoonnummer door te geven aan de staatssecretaris waarop de ambassade eiseres 1 kon bellen voor een afspraak. Tot op het moment van het bestreden besluit, twee maanden na verzending van de laatste brief, was nog geen telefoonnummer doorgegeven aan de staatssecretaris en was het niet bekend of eiseres 1 Eritrea inmiddels heeft verlaten. De familierechtelijke relatie tussen eiseres 1 en referent kan daarom niet worden vastgesteld.
17 januari 2020 de staatssecretaris om informatie verzocht. Aan eiseres 1 zijn vervolgens aanvullende vragen gesteld, waarna zij heeft gemeld te proberen om Eritrea zo snel mogelijk uit te reizen. Zij heeft daarbij ook verklaard dat zij vermoedde dat dit langer dan vier weken zou duren vanwege de problemen rondom de vluchtelingenkampen in Ethiopië en kort daarna zijn de grenzen gesloten vanwege het coronavirus. Op
27 november 2020 is door eiseres 1 gevraagd of het mogelijk is om de situatie in het grensgebied af te wachten, maar juist op die dag is om meer informatie door de staatssecretaris gevraagd. Daarnaast dient ook de lange duur van de procedure bij de beoordeling worden betrokken en dat eiseres haar minderjarige kinderen (eiser en eiseres 2) moet achterlaten om DNA-materiaal af te staan in Ethiopië, waarbij de reis zeer onveilig is. Gelet op deze bijzondere omstandigheden had de staatssecretaris af moeten zien van toepassing van het beleid op grond van artikel 4:84 van de Awb en moeten meewerken om op een andere wijze de familierechtelijke band te kunnen vaststellen tussen eiseres 1 en referent. Het bestreden besluit is daarom onzorgvuldig voorbereid, onvolledig en onvoldoende gemotiveerd, aldus eiseres 1.
27 augustus 2019 is opgedragen om DNA-onderzoek aan te bieden, daarmee niet valt te verenigen dat de staatssecretaris dat onderzoek geen doorgang heeft laten vinden, omdat eiseres 1 niet beschikbaar is voor DNA-afname op een Nederlandse vertegenwoordiging. De staatssecretaris heeft ten onrechte geen bijzondere aandacht gehad voor de situatie van eiseres 1, referent en haar minderjarige kinderen (eiser en eiseres 1). Uit rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) volgt dat de staatssecretaris onder omstandigheden gehouden kan zijn aanvullend onderzoek op enige wijze te faciliteren, bijvoorbeeld door tussenkomst van het IOM of de UNHCR. [4] De Afdeling overweegt verder dat op voorhand niet valt uit te sluiten dat onder omstandigheden dit faciliteren ook bestaat uit samenwerking met een andere EU-lidstaat of ten minste een onderzoek door de staatssecretaris naar die mogelijkheid. Dat eiseres 1 Eritrea niet kan of wil uitreizen acht de rechtbank niet onbegrijpelijk, gelet op het aanzienlijk risico dat zij bij terugkeer niet opnieuw zal worden toegelaten dan wel gedetineerd zal worden vanwege een illegale uitreis en de problematische situatie in het grensgebied. Toestemming van de autoriteiten om legaal uit te reizen met het oog op DNA-afname is niet aannemelijk. Daarnaast kan van eiseres 1 in redelijkheid niet worden verwacht dat zij voor DNA-afname naar een Nederlandse ambassade in Ethiopië afreist. Zeker nu het de belangen van haar minderjarige kinderen (eiser en eiseres 2) ernstig zou schaden als zij de grens zou oversteken terwijl er geen garantie is dat zij naar Eritrea kan terugkeren om opnieuw voor haar kinderen te zorgen.
Beoordeling van bestreden besluit 2
27 augustus 2019 niet alleen het beroep van eiseres 1 gegrond verklaard, maar is ook het beroep van eiser en eiseres 2 gegrond verklaard.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. F.M. van den Assem, griffier.