Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te Duitsland, eiser
de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 510,52 en een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering van € 102,09 per maand. Voor de maanden juni, juli, augustus en september 2019 leidt dit tot een bedrag van in totaal € 2.450,44. De rechtbank past tegen die achtergrond het bedrag van terugvoerding aan tot in totaal € 7.299,30.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dit ziet op de hoogte van de terugvordering en het verzoek om proceskosten in bezwaar;
- herroept het primaire besluit voor zover daarbij is beslist dat de terugvordering is vastgesteld op € 9.749,74, bepaalt de hoogte van de terugvordering op € 7.299,30 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder € 1.068,- aan proceskosten vergoedt voor de behandeling van het bezwaar en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser in beroep tot een bedrag van € 748,-.