ECLI:NL:RBDHA:2021:6324
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering ZW-uitkering wegens geen medische afzakker en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een Ziektewet (ZW) uitkering. Eiser, die na de MH17-ramp in 2014 psychische klachten ontwikkelde, had een uitkering aangevraagd die met ingang van 8 juli 2019 zou ingaan. Het primaire besluit van het Uwv om de uitkering te weigeren, werd door eiser bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de periode voorafgaand aan zijn ziekmelding, van 1 april 2015 tot 30 april 2017, een 36-urige werkweek heeft gewerkt, zij het in lichtere werkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een 'medische afzakker', omdat eiser niet minder is gaan verdienen en zijn arbeid niet formeel heeft verminderd. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder het beroep op een extern verzekeringsgeneeskundig rapport, niet gevolgd. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts b&b de medische situatie van eiser adequaat had beoordeeld en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de weigering van de ZW-uitkering.