ECLI:NL:RBDHA:2021:6210
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van besluit tot weigering WW-uitkering en de beoordeling van nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerder besluit tot weigering van een WW-uitkering. Eiseres had op 29 januari 2020 een WW-uitkering aangevraagd na haar ontslag bij NL Baan B.V. Verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), heeft de aanvraag op 5 mei 2020 afgewezen, omdat eiseres verwijtbaar werkloos was. Eiseres heeft bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat er nieuwe feiten waren, omdat zij na het eerdere besluit was ontslagen, maar de rechtbank oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat eiseres geen nieuwe omstandigheden had aangevoerd die de herziening van het besluit rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat verweerder op goede gronden had besloten niet terug te komen op het eerdere besluit van 6 maart 2020, omdat de door eiseres ingebrachte stukken niet als nieuw konden worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.