ECLI:NL:RBDHA:2021:6209
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van Ziektewet-uitkering na beoordeling van medische klachten en beperkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een Ziektewet-uitkering. Eiser, die eerder een Ziektewet-uitkering ontving na een bedrijfsongeval, had zijn aanvraag voor een uitkering per 12 maart 2019 zien afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) zorgvuldig hebben geoordeeld over de medische situatie van eiser. Eiser had aangevoerd dat zijn klachten ten opzichte van de eerdere beoordeling in 2018 waren toegenomen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen significante wijziging was in zijn gezondheidstoestand die zou leiden tot meer beperkingen. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid gebaseerd moet zijn op objectief medisch vastgestelde beperkingen en dat de rapporten van de artsen zorgvuldig tot stand waren gekomen. Eiser had geen recht op een ZW-uitkering, omdat hij in staat werd geacht de eerder geduide functies te verrichten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.