Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,
2. [eiser 2] ,
3. [eiser 3] ,
4. [eiser 4] ,
6. [eiser 6] ,
7. [eiser 7] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 mei 2020, met producties 1 tot en met 22;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 77.
2.Feiten
Artikel 3
3.Vordering
4.Verweer
5.Beoordeling
“Handhaving van het eindloonstelsel binnen het ABP (scenario 4) leidt tot minimalisatie van de premie-uitgaven. Zo zal op termijn sprake zijn van een besparing die veroorzaakt wordt door het -ten opzichte van de ABP populatie- gemiddeld jonge militaire deelnemersbestand. Mede als gevolg hiervan bedraagt de kostendekkende premie, volgens de berekeningen van PricewaterhouseCoopers (PwC) 20,1% en is daarmee lager dan de doorsneepremie van ABP voor het middelloonstelsel die door toevoeging van variabele inkomensbestanddelen zal stijgen naar ten minste 22,5%.”
‘verschuldigde opslag op de premie in verband met het uiterlijk tot 1 januari 2006 handhaven van de eindloonregeling (…) volledig verhaald op het militaire personeel’. Uit de tekst van deze bepaling blijkt duidelijk en zonder dat daarvoor nadere uitleg nodig is, dat tot 1 januari 2006 een opslag kon worden verhaald op de militairen.
“Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, bedraagt de jaarlijkse mutatie van het werkgeversaandeel in de verschuldigde premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen van militairen nooit meer dan de relatieve -i.c. procentuele- stijging van de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 4. Indien sprake is van een grotere stijging wordt het meerdere volledig verhaald op de beroepsmilitairen via een opslag op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen”.
“De pensioenpremie bedraagt een percentage van de premiegrondslag”. Ook hieruit volgt dus dat het gaat om een vergelijking in percentages van de respectieve pensioengrondslag. Dat het begrip ‘premie’ in de Pensioenwet anders is gedefinieerd, maakt niet dat die definitie van premie ook buiten de Pensioenwet en in de onderhavige regelingen op dezelfde wijze moet worden gehanteerd. Immers deze regelingen gaan over de berekening en daarna de vaststelling van het bedrag van de in te houden premie, zoals die uiteindelijk op grond van de Pensioenwet zal worden ingehouden. De Pensioenwet zelf bevat voor een dergelijke concrete berekening en vaststelling geen afzonderlijke regeling.