ECLI:NL:RBDHA:2021:5361
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering paspoortaanvraag voor minderjarig kind op basis van Nederlanderschap en leeftijdsdiscriminatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 mei 2021 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de weigering van de minister van Buitenlandse Zaken om een paspoortaanvraag voor een minderjarig kind in behandeling te nemen. Eiser, een Nederlander sinds 17 november 1998, heeft een aanvraag ingediend voor een Nederlands paspoort voor zijn dochter, die de Nigeriaanse nationaliteit heeft en op [geboortedag] 2011 in Laos is geboren. De minister heeft de aanvraag geweigerd, omdat het kind geen Nederlandse is, en heeft dit besluit gebaseerd op de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Burgerlijk Wetboek.
Eiser heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Hij stelt dat zijn dochter, die ouder is dan zeven jaar, ongelijk wordt behandeld ten opzichte van haar jongere broertjes, die wel Nederlander zijn geworden. Eiser betoogt dat de wetgeving die onderscheid maakt tussen kinderen boven en onder de zeven jaar ongefundeerd wantrouwen weerspiegelt en in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en internationale verdragen.
De rechtbank oordeelt dat de hoofdregel is dat alleen Nederlanders recht hebben op een Nederlands paspoort. De rechtbank stelt vast dat de leeftijd van belanghebbende ten tijde van de erkenning in de weg staat aan een automatische verkrijging van het Nederlanderschap. De rechtbank concludeert dat het maken van onderscheid naar leeftijd een legitiem doel dient en dat de wetgever dit onderscheid bewust heeft gemaakt. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank wijst de verzoeken om een dwangsom en vergoeding van kosten af.