Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Hydro S.R.L. te Rome (Italië),
Costruzioni S.R.L.te Rome (Italië),
[eisende partiij sub 3]te [plaats 2] ( [land 1] ),
[eisende partij sub 4]te [plaats 2] ( [land 1] ),
[eisende partij sub 5]te [plaats 3] ( [land 2] ),
[eisende partij sub 6]te [plaats 2] ( [land 1] ),
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
herkomst en aardvan de vordering maakt nog niet dat de vordering een niet-publieke
bestemmingheeft. Ook het feit dat betalingen onder de overeenkomst met Shell in Amerikaanse dollars worden verricht, leidt niet tot die conclusie. Na omwisseling kunnen die gelden immers worden benut voor publieke doeleinden. Hydro cs hebben daarnaast betoogd dat uit de omstandigheid dat Albanië afstand heeft gedaan van immuniteit en heeft erkend dat haar aanspraken onder het contract louter commercieel zijn, kan worden afgeleid dat de vorderingen van Albanië op Shell niet-publiek zijn. Dat betoog kan evenmin worden gevolgd, nu ook aan deze contractuele afspraken tussen partijen geen conclusies kunnen worden verbonden over de bestemming van de goederen. De afspraken staan ook niet in de weg aan een publieke bestemming van de goederen. Daarbij komt dat als Albanië zelf van oordeel was dat de inkomsten een commerciële bestemming hadden, zoals Hydro cs veronderstellen, zij juist geen afstand van immuniteit van executie had hoeven te doen. Die conclusie kan hieruit dus niet worden getrokken.
“except when AKBN implements specific projects foreseen in the State Budget”.Daarbij komt dat Deloitte meldt dat de jaarrekeningen van AKBN niet zijn gepubliceerd. Hierdoor ontbreekt een volledige inzage in de geldstromen van AKBN en kan op basis van het rapport niet worden vastgesteld dat de inkomsten van AKBN uit de overeenkomsten met Shell niet ten goede komen aan de schatkist van Albanië. Integendeel, het rapport bevat een tabel waaruit volgt dat AKBN wel degelijk een bron is voor overheidsinkomsten vanuit de
“extractive sector”.De tabel vermeldt dat bonussen van AKBN uit die sector naar de staatskas gaan. Bij andere geldstromen staat een streepje, maar op grond daarvan kan niet worden aangenomen dat andere geldstromen niet naar publieke doeleinden gaan. De toelichting bij de tabel vermeldt immers dat de tabel geen weergave geeft van alle geldstromen omdat niet alle informatie bekend is. Bovendien volgt uit het rapport dat er op dat moment nog geen afspraken waren over de overdracht van de opbrengsten van de verkoop van olie. Op pagina 45 van het rapport is een schema opgenomen waaruit blijkt dat op het moment van het maken van het rapport nog niet bekend is of en welk deel van AKBN in de oliewinst toekomt aan de Albanese staat, omdat de productie van olie nog niet was gestart. Niet kan worden aangenomen dat die afspraken er nog steeds niet zijn en er ook niet meer kunnen komen. Informatie daarover ontbreekt. Hydro cs hebben ook onder verwijzing naar een EITI (Extractive Industries Transparancy Initiative) rapport van 11 augustus 2017 bepleit dat op dit moment geen aanwijzingen bestaan dat de inkomsten van AKBN uit de schuldvorderingen een specifieke soevereine bestemming hebben. Daarmee miskennen Hydro cs echter dat immuniteit van executie het uitgangspunt is en dat voor het maken van een uitzondering daarop moet worden vastgesteld dat de goederen
nietworden gebruikt of zijn beoogd voor publieke doeleinden. Ook met de informatie uit het EITI-rapport staat niet vast dat de inkomsten van AKBN in de toekomst geen specifieke soevereine bestemming kunnen en zullen hebben. Immuniteit van executie is immers niet beperkt tot goederen waarvan de
onmiddellijkebestemming een publieke is. Daarbij komt dat de stukken waarop Hydro cs zich beroepen, stammen van ruim vóór het peilmoment voor de vaststelling van de bestemming van de goederen, zodat niet kan worden uitgesloten dat er op het peilmoment andere afspraken golden tussen Shell en AKBN.