Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[eiser 2] ,
gemachtigde: mr. B. Vermeirssen,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. B. van Duijn.
1.De procedure
2.De feiten
- Op 21 november 2012 was [eiser 1] blijkens een melding van de douane op Schiphol op weg naar Turkije met een bedrag van € 24.000,- aan contant geld.
- Op 13 april 2017 wilde [eiser 1] bij de ABNAmro bank een bedrag van € 30.000,- opnemen van een geblokkeerde rekening. De bank heeft het bedrag niet vrijgegeven omdat [eiser 1] niet kon voldoen aan het gestelde vereiste dat de bestemming met facturen is onderbouwd. Volgens ABN Amro verklaarde hij in reactie daarop dat hij thuis nog € 30.000,- aan contanten had.
- In de periode van 9 oktober 2006 tot en met 28 december 2012 heeft [eiser 1] zeven Money Transfers verzonden vanuit Nederland naar verschillende ontvangers in Turkije voor een totaalbedrag van € 11.336,-.
- Op 16 en 17 september 2015 heeft [eiser 1] vijf Money Transfers binnen Nederland verzonden voor een totaalbedrag van € 15.168,-.