ECLI:NL:RBDHA:2021:3037
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie werkgever wegens te late inzet van re-integratie in het tweede spoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een loonsanctie opgelegd gekregen op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) omdat zij niet voldaan zou hebben aan haar re-integratieverplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de loonsanctie terecht was opgelegd, omdat eiseres het tweede spoor te laat had ingezet. De werknemer, [derde-partij], was sinds 25 september 2017 ziek en had op 9 juli 2019 een WIA-uitkering aangevraagd. De rechtbank oordeelde dat de re-integratie-inspanningen van eiseres onvoldoende waren, omdat het tweede spoor pas op 21 mei 2019 was gestart, terwijl er eerder al mogelijkheden waren vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de werkgever verplicht is om tijdig re-integratie-inspanningen te verrichten, ook als er twijfels zijn over de haalbaarheid van een spoor 2 traject. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van de verweerder om een loonsanctie op te leggen.